
Ik geloof, echt
Onze katten zijn op hun allerleukst wanneer ze niet naar buiten mogen. Vooral als ze zelf al besloten hadden dat ze dat wél wilden.
Onze katten zijn op hun allerleukst wanneer ze niet naar buiten mogen. Vooral als ze zelf al besloten hadden dat ze dat wél wilden.
Wij van de bond ‘Hart voor katten,’ stonden, na een heerlijke BBQ met vrienden, voor een emotioneel dilemma. Enkele huizen verder, hadden ze een nest praaaaachtige kattinnen.
Luna heeft het gevonden. Het zat heel ver weg, ergens diep binnenin haar en ze was het bijna vergeten, maar ze heeft het nog: haar jachtinstinct.
Ik stond in de woonkamer toen mijn vader binnenkwam, met een hond zo vervilt en vies, dat het ras onherkenbaar was geworden. ‘Afdankertje,’ reageerde hij op mijn opgetrokken wenkbrauwen.
De zomer breekt eindelijk weer aan en dat valt te merken aan verschillende factoren.
Mijn benen liggen schuin, bijna op de andere helft van het bed. Ze liggen daar, omdat de rest van het voeteneind bezet wordt door Luna.
‘Het doel heiligt de middelen,’ miauwde mijn Jaspertje me toe op tegensprekende toon, het moment ik hem voor de zesde keer die ochtend betrapte in Tobiasjes billen te bijten.
Siepie is lief, Luna is een kattenkop. Het klinkt hard, maar het is wel zo.
De dag was als een zielige maandag begonnen en eindigde al niet veel beter. In de bijna haankraaiende ochtenduren was Jasper onderhevig geweest aan een verschrikkelijke braakaanval…
Ze moesten naar buiten, dat kon niet anders. Luna krabte dagelijks verse hoogglanskrullen van de buitendeur en ook ons sluizensysteem ging vervelen.
We gingen op een speciale reis. Dat wist ik meteen, want voor de allereerste keer moest ik in een reismandje, terwijl ik normaal gesproken met tuigje om op schoot mocht zitten.
Met de officiële aftrap voor het paasweekend was er een overvloed aan chocolade eitjes in alle kleuren en smaken ingeslagen. Tenslotte wil een mens toch wat lekkers op tafel kunnen zetten als er paasbezoek komt, nietwaar?