Vroeg op

Ik stond in de woonkamer toen mijn vader binnenkwam, met een hond zo vervilt en vies, dat het ras onherkenbaar was geworden. ‘Afdankertje,’ reageerde hij op mijn opgetrokken wenkbrauwen. Ik werd er boos om: wat nou afdankertje? Hebben wij niet al genoeg dieren hier in huis? Waarom kom je er nog meer aandragen? Inmiddels liep de hond van formaat Berner Sennen de tuin in, vlak langs Chicken, onze driepotige kater. Ik wilde er achteraan rennen, maar ik was te laat – het klotebeest blafte naar Chicken, Chicken blies even zo hard terug en ik zag de immense kaken neerklappen in reactie daarop. Oranje plukjes kattenhaar dwarrelden rond.

Boven water

Column Vroeg op‘Blijf af!’ gilde ik terwijl ik de hond een klap op zijn kop gaf. Het grote dier opende zijn bek, smakte eens en liep rustig weg. Op de grond lag niet meer dan wat botjes en stukjes vacht. Stoffertje, de jongste telg in ons kattenbestand, priewde wat en rende langs de vijver. Daar, onder het wateroppervlak, keek Chicken mij aan. Probeerde hij nu boven water te komen, of had hij zich inmiddels berust in zijn lot? Diep verdriet maakte zich van mij meester en struikelend bereikte ik de rand van de vijver. Ik trok de oranje kater uit het water en hield hem stevig vast.
Vaag registreerde ik het gemis van zijn achterlijf terwijl ik mijn tranen op zijn kopje zag neerdruppelen. ‘Die moet je afmaken, een kat met één poot heeft geen leven.’ Mijn vader was verdwenen, in plaats daarvan stond Raymond mij daar stoïcijns te vertellen welke keus ik moest maken.

Woedend werd ik wakker. Flink over de zeik zag ik dat het halfnegen was – het plan om nu eens een keertje lekker luierend wakker te worden was weer in duigen gevallen. Op mijn, zoals altijd ’s ochtends volle, blaas stond Stoffertje heen en weer te springen om eten. Chicken lag bij Raymond en zijn kop schoot de lucht in, mijn bewegingen volgend. Gaat ze naar de badkamer, of naar beneden?

Vervloeken

Pas toen ik de badkamer uit kwam, vond Chicken het welletjes en stond op, zodoende mij de afdaling op de trap zo veel mogelijk te belemmeren. Lag ik vijf minuten geleden nog te janken om zijn komend verlies, stond ik hem nu te vervloeken dat hij het lef had de tocht naar beneden zo link te maken. Nol zat rustig te wachten bij een van de etensbakjes en terwijl ik de brokjes zorgvuldig verdeelde over de vier kommetjes, kwam Doortje voorzichtig naast me staan. Zij en Stoffer hebben nog steeds last van het ik-heb-de-leiding-syndroom.

Inmiddels was mijn woede gezakt en nadat alle vier een aai over de bol hadden gekregen, liet ik de senseo-koffie mijn kopje vullen. Vermoeid streek ik over mijn gezicht, de slaap wegwrijvend. Wat had die droom te betekenen? Waarom wist ik in detail nog waar ik over droomde? Sloffend liep ik met mijn koffie in de hand naar de trap, waar Stoffertje al weer klaar stond om de tocht naar boven te bemoeilijken.

“De droom had me uitgeput, maar de eerste slok koffie had mij helaas ook al te wakker gemaakt…”

Koffie

‘Het is niet eerlijk,’ mopperde ik op haar. ‘Jullie zijn al genoeg aanwezig, in mijn slaap wil ik niet bezorgd zijn om jullie.’ ‘Priew!’ ‘Loop eens door.’ ‘Priew, priew?’ Zuchtend stopte ik halverwege de trap, tilde Stoffer in mijn armen, hield haar neus weg van mijn koffie en genoot van haar gespin terwijl ze mijn kin kopjes gaf. ‘Ga Ray maar wakker maken,’ zei ik toen ik haar op bed legde. Kwart voor negen. De droom had me uitgeput, maar de eerste slok koffie had mij helaas ook al te wakker gemaakt. Verlangend keek ik naar het dekbed. Zou ik…?

Inmiddels had Stoffertje zich echter onder de dekens verstopt en was daar begonnen met een spelletje ‘grijp alles wat beweegt, en als het niet beweegt zorg je ervoor dat het gáát bewegen’. Rays tenen moesten het al ontgelden.

Terug naar bed bleek uitgesloten. Ik ben maar achter de computer gaan zitten om alles uit te schrijven onder het genot van nog drie koppen zwart vocht. Chicken knort gezellig op schoot mee. Vroeg opstaan is zo erg nog niet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *