
Ik laat me toch zeker niet het vlees van mijn bord eten?
Begin 2003 was onze regering een dusdanig rommeltje, dat wij burgers onze stem opnieuw moesten uitbrengen.
Begin 2003 was onze regering een dusdanig rommeltje, dat wij burgers onze stem opnieuw moesten uitbrengen.
De Amsterdamse vriend van mij die twee poesjes gereserveerd had in het Antwerpse werd ervan op de hoogte gesteld dat zijn twee kindjes, een dikke week vroeger dan oorspronkelijk gepland, tijdelijk bij mij gingen ondergebracht worden.
Tommy zeurt al dagen elke keer om een extra plakje ham, Jerry zet zijn klagelijke gemauw op zonder dat ik weet wat hij er nu mee wil, en Sylvester kan niet ophouden met vragen om aangehaald te worden.
Ik ben Rikkie en een trotse kater van vijftien jaar. In de vorige columns lazen jullie dat mijn baasjes graag een babyhondje wilden. Het is zo leuk voor jou, riepen ze mij enthousiast toe.
De beste man komt elke avond helemaal vanuit België naar Den Haag gereden in zijn ijscokarretje, om zijn heerlijke ijs aan de man te brengen. Zo ook in de wijk waar mijn ouders wonen.
Het was zo een dag als veertien in een half dozijn. Iedereen was gelukkig met zijn kattensituatie in zijn huis.
Belletje lellen was vroeger mijn favoriete vorm van kattenkwaad. Gewoon even aanbellen bij iemand die je niet kent, en het dan op een lopen zetten omdat je iets onbehoorlijks hebt gedaan.
Mijn zalige kattenleven van vroeger is niet meer wat het was. Als ik terug denk aan mijn gelukkige jeugd schieten de tranen in mijn ogen.
Toen onze katten bij ons kwamen, hadden wij het op zich aardig goed op meerdere gebieden. Raymond en ik vormden een heus gezinnetje…
Net zoals er van geen enkele mens een echt dubbeltje bestaat is ook elke kat uniek in zijn soort.
Waarom zou je als huisdier uitgerekend een kát nemen? Twee jaar geleden begreep ik niets van mensen die een kat als huisdier hadden.
Ik ben Rikkie, een kater van vijftien. Niet mager en niet dik.