Cookie en haren, haren, overal haren…

Kat Cookie en overal haren column

Mijn leven gaat over haren… Die van mij, die van Cookie, en die van ons samen, want geloof me, het lijkt soms alsof we een gezamenlijke productie hebben gestart. Toen Cookie bij me kwam wonen, dacht ik nog: “Ach, een paar kattenhaartjes, hoeveel last kan dat zijn?” Nou, het antwoord is: veel. Mijn bed is tegenwoordig meer pels dan lakens, en mijn zwarte T-shirts zijn definitief overgenomen door een soort beige pluizenpatroon. Maar ach, als ik Cookie aankijk, terwijl ze met haar pootjes mijn kussen inpikt, denk ik alleen maar: “Kleine prijs voor zoveel schattigheid.”

Het begint ’s ochtends al. Zodra ik mijn ogen open doe, kijkt ze me aan met een blik die zegt: “Jij bent van mij.” Niet van de wereld, niet van je koffie, nee, van mij. Ze springt op me, geeft een paar enthousiaste kopjes, en ik voel haar haren meteen aan mijn gezicht kleven. Tegen de tijd dat ik mijn eerste slok koffie neem, heb ik al minstens vijf haren in mijn mond gehad. En dat zijn alleen de zichtbare slachtoffers.

Maar ik ben zelf ook geen onschuldige partij. Jarenlang verloor ik mijn lokken, net als Cookie, alsof ze op een geheime missie naar de afvoerput waren. Na drie haartransplantaties, verdeeld over dertig jaar, leek de strijd eindelijk beslecht. Mijn haaruitval stopte, en ik voelde me weer een beetje mens in plaats van wandelend herfstbos. Maar Cookie had andere plannen. Waar ik stopte met mijn haarverlies, had zij het stokje met enthousiasme overgenomen. Wat een eer, nietwaar? Zij is de nieuwe kapitein van de haarproductie in ons huis. Samen hebben we dus een soort “haar-ecosysteem” gecreëerd. Waar ik de strijd beëindigde, begon zij met volle kracht!

“De enige plek waar ik écht haarvrij ben, is onder de douche.”

De enige plek waar ik écht haarvrij ben, is onder de douche. Nou ja, voor een paar glorieuze minuten dan. Zodra ik eruit stap, verschijnt Cookie weer. Ze kijkt me aan, spint verleidelijk, en voor ik het weet, wrijft ze zich tegen mijn natte benen. “Kom op, mannetje,” lijkt ze te zeggen, “wat is nou een beetje natte vacht tussen vrienden?” En zo is mijn haarvrije moment ook weer voorbij voordat het goed en wel begonnen is.

Toch heeft Cookie een grens: mijn schoot. Daar komt ze (nog) niet. Ze slaapt liever naast me, zoals een zelfbenoemde diva die precies weet hoe dichtbij ze moet blijven om onmisbaar te zijn, maar net ver genoeg om te laten zien wie de baas is. Dat is zij natuurlijk. Intussen lijkt ze met haar strategische haarverspreiding subtiel te willen benadrukken dat háár territorium niet stopt bij mijn kleren of meubels. Nee, alles is van haar, inclusief mijn ziel.

En ik heb vrede met mijn harige bestaan. Mijn bed is elke dag een slagveld, mijn kleren een lopend bewijs van haar aanwezigheid, en mijn eten komt standaard met een bijgerecht van kattenslierten. Maar terwijl ik de haren uit mijn koffie vis en de stofzuiger weer eens het werk van twee levens doe, denk ik aan de momenten dat ze zich tegen me aan nestelt, haar ogen dichtknijpt en zacht begint te snorren. Die simpele gebaren maken alles goed. Ja, mijn huis is een haarwervelstorm, maar het is ook het huis waarin ik elke dag haar liefde voel.

Haren in je koffie? Klein detail. Haren in je ziel? Dat is pas rijkdom. En dat rijkdom een stofzuiger kost die vaker werkt dan ikzelf? Dat neem ik dan maar voor lief.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *