Weer weg
Luna was vanavond weer eens weg. “Ze is lekker even op pad, gezellig de hort op” zei mijn vriend. “Dat krijg je met dit weer”. Nee, dacht ik, jij kattenleek. Het zal best dat katten op een zwoele zomeravond wat vaker en verder weg gaan, maar Luna is een uitzondering op die regel. Luna gaat niet ‘even gezellig de hort op’. Luna gaat via de schutting op het dak van de keuken en dat is het hoogste en ook verste punt dat Luna zal bezoeken tijdens haar uitstapjes. Luna is een zogenaamde schijterd.
Duivels gebroed
Dat komt, en dat heb ik al eens verteld, door onze twee gemene buurkatten. Grijs-wit en zwart-wit is het duivelse gebroed en ze verdedigen hun stukje tuin – en wijde omgeving- met grof geweld. Luna heeft daar al een keer kennis mee mogen maken en zal het vanaf toen niet meer wagen om nog ooit een stap in die richting te doen. Dus het feit dat Luna niet in onze tuin en ook niet op de schutting of het dak van de keuken zat, was vreemd.
Nu is het zo, dat de keuken van onze buren aan onze keuken grenst. En dus ook de daken daarvan. Ik kon me opeens herinneren dat ik hun slaapkamerraam, dat uitkijkt op het dak van hun keuken, open zag staan aan het begin van de middag. Lekker even doorwaaien, moet de buurvrouw hebben gedacht. Het was ook godsammes heet vandaag, dus ze had groot gelijk. Met die herinnering kwam ook weer naar boven dat ik Luna uit dat zelfde raam zag klimmen om weer op het dak te springen. Luna was dus even binnengewipt bij de buren en leek daar verder niet heel erg van onder de indruk. Ik daarentegen schaamde me een beetje en hoopte dat de buren het niet hadden gemerkt.
Lood
Maar nu Luna dus weg was, kon ik niet anders dan even naar de buren lopen om in eerste instantie nonchalant te vragen of ze vandaag ook zo lekker hun slaapkamer hadden laten doorwaaien met dit hete weer. Bij een positief antwoord zou ik dan wel verder zien hoe ik ging vertellen dat er dan een kans was, dat onze kat misschien wel op hun bed zou liggen te slapen. Met het zogeheten lood in mijn schoenen belde ik aan.
Meuren
De buurvrouw nodigde me enthousiast uit om binnen te komen. Na een glaasje cola, drie koekjes en wat koetjes en kalfjes besloot ik De Vraag te stellen. ‘ Oh, je bedoelt dat je kat daar naar binnen komt? Ja, die zit hier elke dag. Het is nog een hele toer om haar ook weer buiten te krijgen’. ‘ Goh eh. haha en sorry’ kon ik alleen maar mompelen en verborg mijn rode hoofd achter de bruine cola in mijn glas. ‘Maar het geeft niets hoor, het is wel gezellig als ze langs komt. Meestal als we tegen de avond tv zitten te kijken, komt ze van de trap af en wil ze naar buiten’. Oh god. Luna ligt dus de hele dag op hun bed te meuren en tegen brokjestijd vertrekt mevrouw richting ons huis, om op tijd weer in onze tuin te zijn als wij terug komen van het werk.
“Oh god. Luna ligt dus de hele dag op hun bed te meuren en tegen brokjestijd vertrekt mevrouw richting ons huis…”
Doorwaaien
Maar in ieder geval laat de buurvrouw haar ‘s avonds dus altijd via datzelfde raam weer naar buiten. Alleen gisteren stond de voordeur toevallig open (dat vervloekte doorwaaien ook) en schoot Luna daardoor naar buiten. Recht in de armen van de grijs- en zwart-witte bende. De buurvrouw hoefde mij verder niets meer uit te leggen. We waren gelukkig nog vrienden en ik wist wat me te doen stond.
Ik liep de straat op en daar, onder een struik zat een bevende Luna met twee slapende buurkatten ervoor. Net als de vorige keer sprintte Luna weer in mijn armen en liepen we samen naar huis.
‘Ah, zie je wel, daar is ze weer’, zegt mijn vriend. ‘Ik zei toch dat ze zo weer terug zou komen?’.
Kattenleken. Ik zal ze wel nooit begrijpen.