Pixarpoes

Column PixarpoesMijn agenda gaf aan dat het weer tijd werd voor mijn maandelijkse bijdrage aan mijn favoriete kattensite en ik was er helemaal voor gaan zitten met een glaasje roze pompelmoessap van Appelsientje (iedereen heeft zo zijn favorietjes.)

Met een hoop gedonder op de achtergrond probeerde ik enkele tellen de rampzalige dreiging van een woest sneeuwonweer dat hier boven de dakpannen zweefde te vergeten. Nadenkend over wat we nu weer zouden gaan schrijven, monsterde ik mijn lievelingen en hoopte stiekem dat ze me als altijd op een grandioos idee zouden brengen. Het ergste van de hele zaak was eigenlijk dat ik amper durfde te bekennen dat het verlangen om een heerlijk stukje te schrijven groter was dan mijn schrijfmuze actief. Nu moet ieder normaal denkend mens toegeven dat het helemaal niet zo’n schande is om even ‘vast’ te zitten, al is het knap frustrerend voor iemand die de gewoonte heeft zijn beloften in te lossen.

Sokkenbreier

Ondertussen zat vriendlief bij mijn tokkelend gepruttel tegen mijn bierkaai ongegeneerd te grijnzen met die zachte uitstraling van iemand die wel eens sokken durft te breien (al heeft hij zich daar nooit aan gewaagd).

Tobiasje lag onderwijl geruststellend met regelmatige ronkvibratie mijn schoot op te luisteren met zijn verrukkelijke versie van: ‘Ik snor de pannen van het dak,’ van ‘Myra Miauw, terwijl Jasper gehypnotiseerd naar buiten keek. Gefrustreerd tokkelden mijn vingers er wat op los met een mengeling van bezorgdheid en verwarring omdat er maar geen lijn kwam te zitten in mijn losse flarden.

Witte frutseltjes

In een ooghoek zag ik hoe Felixje bij het raam aanschoof, geïntrigeerd door die rare witte frutseltjes die uit de lucht bleken te vallen en eens op de grond in het niets verdwenen. Dat het tot nog toe smeltende sneeuw betrof begreep hij niet. Wist hij veel en als binnenhuistijgertje hoefde je al die buitendingen ook niet onder de poezenknie te krijgen, hé.

Gebiologeerd staarden twee kopjes dus door het raam en de andere twee kopjes met pluizige oren hielpen mij vlijtig bij mijn zoveelste huzarenstukje waarbij ik halsstarrig tracht niet in herhaling te vallen. Schattig toch als de taken zo verdeeld zijn zonder dat er vergaderingen aan te pas komen. Onbewust hadden mijn poezels de basisregels van wellevendheid aan elkaar overgeleverd. Mijn hart zwol van trots in mijn borstje, wij hadden hier flinke kindjes.

Vertelserenades

En toen opeens trad mijn verhalend verstand in werking, ik kreeg een verbazingwekkende zachte ingeving, voelde de spanning tot in mijn lendenen en tokkelde de stoom uit mijn klavier met een vage glimlach rond mijn mond omdat ik gelukkig weer bespaard zou blijven van een zware psychologische kater door het niet kunnen inleveren van een verhaaltje. In de plaats van een echt verhaaltje te schrijven zou ik even experimenteren met een broeierige mix. Een zogenaamd lijstje dat het zware werk van een gelegenheidscolumnist weergeeft, aangevuld met enkele speciale eigenschappen van mijn schatjes en ik besloot met Dexterman te beginnen. Hij is immers zo’n altijd gelukkig poesje dat wanneer ik al zijn vertelserenades per strekkende meter rode loper zou kunnen leggen, ik een halve stad kon doorkruisen op twee dagen.

Hypergestileerd

Dexter, terstond helemaal opgetogen dat hij zijn naam op mijn scherm zag verschijnen, kroop langs mijn borst omhoog om zich half op de leuning en half over mijn schouders te draperen, draaide een hypergestileerde krul in zijn staartje, gaf mij een natte-neus-kus tegen mijn oor en trok vervolgens met zijn oogjes op leesonderzoek. Je zag hem denken; ‘eindelijk ze is gelanceerd geraakt!’ Ook charmezanger Tobias was nog steeds in topvorm.

Ik tokkelde verder… ‘Op zijn prettig gestoorde manier die hem alleen zo eigen is, snorde hij voorbij met zijn hoofd naast zijn billen en uitte daarbij een indianenkreet om ú tegen te zeggen. Je moet het bijna beleefd hebben om te begrijpen, deze manoeuvre is haast onbeschrijfbaar…’ Dexter was het er mee eens, deze manier van doen was zijn specialiteit en had niemand anders zo onder de stijve knietjes.

Mijn lijnen vulden zich… Het is nu eenmaal weerom een bewezen feit; schattige poesjes verzorgen meer leesvoer dan een meter worst.

Pasgeboren nijlpaard

Dexter vond dat hij die worst eerst moest zien en ik noteerde: ‘eerst worst tonen aan Dexter en dan beslissen wat te doen met deze paragraaf.’ In de kamer hing een soft-focus-effect en niet veel later zette ik met een onwezenlijk opgeluchte glimlach het laatste punt van deze bijdrage. Mijn belofte aan mezelf was weer ingelost en nu kon ik met een gerust geweten het weekend ingaan. Dexter kroop even van mijn schouder en las de kladprint ter redigatie mee, even lief, onschuldig en onhandig als een pasgeboren nijlpaard toen hij van te veel voorzichtigheid tijdens het afdalen de tafel afdonderde. Zijn springpootjes zijn nog steeds niet wat ze moeten zijn en twee dingen gelijk doen zijn niet echt aan hem besteed.

“Ik bedacht hoe perfect hij model zou kunnen staan voor de mimiek van een Toy Story Pixarpoesje…”

Zonder ondertitels

Jaspertjes silhouet tekende zich ondertussen scherp af tegen de onweerlucht die stilaan leek uit te klaren. Het viel mij op hoe hij daar zat, leesbaar als een film zonder ondertitels; snor naar beneden, oogjes wijd open, pootjes op half zeven en zijn achterwerkje werd bekroond door een pluizige droomkrul die hij trots en met veel omhaal in zijn staartje draaide. Met een gerichte beweging plofte hij zijn hoofdje vervolgens schijnbaar verveeld op zijn voorpoten, liet even een zucht tussen twee luidruchtige hemeldonders door en ik bedacht hoe perfect hij model zou kunnen staan voor de mimiek van een Toy Story Pixarpoesje. Hij is immers zo knuffelbaar en heeft zoveel funky poses en een bijna mythische status in huize Dendermonde, dat hij vast een blitse kaskraaktrekker zou zijn.

Jasper beantwoordde mijn denkkronkel met een lange uitgerekte stretch waarbij hij mij ietwat bekeek met een blik waarin ik las dat hij zich duidelijk afvroeg of ik ze wel nog alle vijf op een rij had, maar dat deerde mij allerminst.

Communicatiesoftware

Ach, we lijken hier misschien voor velen een bizar allegaartje maar het is gewoon heerlijk hoe wij hier onze eigen draadloze communicatiesoftware toepassen. Onze inspiraties zullen nooit beteugeld worden en op onze eigen onovertroffen wijze ontbreekt het ons aan knuffelgehalte ook al niets. Van poesjes wordt je gewoon vrolijk en wat kan een mens nu in feite nog meer verlangen?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *