Misty perikelen
En toen kwam de eerste lenteachtige zon door de ramen piepen. Misty, een witgebuikte streepjespoes met karakter en tevens de kater van een goede vriend, vond dat het dan wel hoog tijd werd dat hij buiten mocht spelen en een spreekwoordelijk pootje in de tuin kon gaan plaatsen.
Leeuwenproporties
Tijdens de winterperiode kwamen zijn katten namelijk niet buiten, enkel wanneer het zogenaamd terrasjesweer was en dan nog enkel overdag, want bij valavond kwamen de ontsnappogingen boven en daarvoor was het een veel te gevaarlijke buurt.
Misty is zo een kat die een tactische zet niet echt uit de weg gaat en zo zijn eigen manier van dingen duidelijk maken heeft. Je kan gerust zeggen dat hij op zijn streepjes staat. Zo begint hij met een licht kneutgeluid dat aanzwelt tot leeuwenproporties die hij op klagende toon uit zijn kleine lijfje scheurt. Wanneer dat niet helpt begint hij met de her-decoratie van de bloempotten die heel nodig even dienen verplaatst worden. Wanneer de arme schat dan merkt dat ook dat geen windeieren voortbrengt en hij nog steeds straal genegeerd wordt in zijn verzoek, doet hij zijn trucje om aan te geven dat de hond moet gaan plassen, waarbij hij dan stiekem probeert onder de hond zijn poten mee buiten te sniepen (wat hem trouwens geregeld lukt).
“Stadium vier is een duet met kat en hond begeleid door de grootste smekende oogjes die een mens maar kan aanschouwen…”
Grommelpruttelgrommel
Wanneer de hond dan lieflijk in de tuin dartelt en zij haar vriendje aan de andere kant van het venster ziet zitten, helpt de hond, Zina genoemd, op haar beurt mee, aan het grote charmeoffensief om broermans toch maar tot in de tuin te krijgen. Je raadt het al, tegen dat stadium drie bereikt is van deze samenwerkende viervoeters had mijn vriend het al danig op zijn heupen gekregen. Ik help dan ook niet erg met mijn zin, ‘och arme klein Mistyken, zo graag buiten spelen in ’t zonneken en uw vake wilt maar niet luisteren’ wat mij geheid een schijnboze blik oplevert gevolgd door de woorden, ‘ja, gij ja, hoort ze spreken, ’t is een goei die het zegt, grommelpruttelgrommel.’
Stadium vier is een duet met kat en hond begeleidt door de grootste smekende oogjes die een mens maar kan aanschouwen.
Klaagmiauwers en samenspanners
Stadium vijf wou zeggen dat de piepende bandjes bovengehaald werden. Dat hield in dat misty aan een ware veldloop op glas begon, zij het op twee poten, waarbij de voorste pootjes doorliepen op het glas wat een piepend geluid voortbracht. Met een interval van vijftien seconden uitte hij daar dan een van de allerzieligste klaagmiauwen die wel uit zijn tenen bleken te komen bij uit, waarop de hond hem aan de andere kant van het raam piepend als een jonge wolf bijviel.
Tegen zoveel geween en interdierlijk broederschap is geen mensenhart bestand. U mag het gerust weten, maar hun vake was streng en liet hem nog eventjes doen. Ik vond het eerst best hardvochtig hoor, maar later hoorde ik dat het niet zozeer was omdat hij niet buiten mocht, maar de hond van de buren was ook in de tuin, en die was soms nogal poesonvriendelijk ingesteld. Als Zina dan met haar kat in de tuin speelde liep het steevast uit op een immense grol en blaf partij. Omdat Zina het dan erg nodig vond haar poes te verdedigen tegen al wat vijandig leek.
Dat was dus de echte rede dat Mystieke diende te wachten om buiten te spelen. Tenslotte was de tuin ook nog niet goed afgemaakt om poesjes binnen de grenzen te houden. Wanneer Misty – nieuwsgierig als hij is – op straat zou geraken of erger nog, als hij van schrik wegliep, zou hem een erg kort leven beschoren zijn en dat was allerminst de bedoeling.
Wanneer Bas, de hond van de buren dan eindelijk binnen was mochten de twee samenspanners dan toch eindelijk samen buiten spelen. Misty was dan helemaal in de wolken en viel meteen de eerste de beste balk aan om tevreden miauwend zijn nageltjes te scherpen.