Krassen op de perfectie

Ik ben een nerd. Niet zomaar een nerd, maar een met een extreme obsessie voor orde. Mijn keukenkastjes zijn geordend alsof Marie Kondo persoonlijk langs is geweest, en mijn vloer is zo schoon dat een bacterie er spontaan van zou emigreren. Niet dat ik dat ooit heb getest, maar toch: het kán.
Toen nam ik een kat. Cookie, een rescue. Natuurlijk, want ik ben niet zomaar een nerd, maar een ethische nerd. Cookie is prachtig. Zo mooi dat ze ooit misbruikt is als fokkat. Ze heeft waarschijnlijk meer kittens op de wereld gezet dan ik kopjes koffie heb gedronken. Maar daarover praat ze niet. Ze is nu hier. Bij mij. Voor altijd.
In het begin dacht ik dat mijn obsessie voor netheid geen enkel probleem zou zijn. Ik had een plan. Routine. Strakke opvoeding. Cookie zou de meest voorbeeldige kat ooit worden. Geen haren op de bank, geen rommel rond de voerbak, en al helemaal geen krassen op mijn zorgvuldig uitgekozen meubels. Het aanrecht? Absoluut verboden terrein. Ik was ervan overtuigd dat mijn huis een toonbeeld van perfecte orde zou blijven… of zo dacht ik tenminste.
Spoiler: dat liep anders.
Haar blik zei precies: “Echt, is dit je leven?”
Vanaf de dag dat zij zich thuis voelde, veranderde mijn appartement in een slagveld. Cookie zag mijn interieur als haar persoonlijke jungle gym. Ze klom in mijn open kasten, gebruikte mijn (gelukkig betaalbare IKEA-vloerkleed) als krabmat, en gooide speeltjes door de kamer alsof ze een katapult bediende. Haar pièce de résistance? Mijn geliefde bubble chair van Eero Aarnio. Daar zwiert ze in rond alsof ze auditie doet voor Cirque du Soleil, krassen achterlatend als permanente souvenirs.
In het begin ging ik kapot. Letterlijk bijna. Ik rende de hele dag achter haar aan met een kruimeldief en een allesreiniger alsof ik deelnam aan een olympische schoonmaakmarathon. Zelfs mijn robotstofzuiger, ooit een luxe back-upplan, werkt nu overuren. Hij schuifelt vaker door de kamer dan ik zelf. Of nou ja, hij probeert het. Tegenwoordig botst hij steevast tegen haar speeltjes aan, stopt abrupt en blijft moedeloos in een hoek staan. Soms denk ik dat hij overweegt zich ziek te melden, zich vrijwillig bij de katten in de kattenhemel aan te sluiten, en te roepen: “Sorry, maar dit is te veel voor mij.” Of hij kijkt me met een blik aan die zegt: “Help mij.”
Cookie? Die keek me alleen aan. Haar blik zei precies: “Echt, is dit je leven?”
En daar, ergens tussen de zoveelste kras op de bubble chair en het vierde balletje dat onder de fauteuil verdween, gebeurde er iets. Een kleine breuk in mijn perfectionisme. Cookie dwong me te erkennen wat ik altijd al wist, maar nooit durfde toe te geven: perfectie is een illusie. En eerlijk? Het is ook best saai.
Langzaam begon ik losser te worden. Begrijp me niet verkeerd, ik ben nog steeds de persoon die een plumeau paraat heeft alsof het een zwaard is, maar ik heb geleerd dat een paar haren op de bank of een kras op een meubel niets meer zijn dan bewijs dat er geleefd wordt. Eindelijk, zelfs als ik mijn robotstofzuiger in de hoek zie zitten kijken, begrijpt hij, net als ik: chaos is nu gewoon onderdeel van ons leven. Want zelfs de meest ordelijke dagen worden met een klein beetje kattenchaos verrijkt.
Het ironische? Na al die jaren van reizen, relaties en leren over wie ik ben, is het deze kat die me écht iets belangrijks bijbrengt. Ze laat me zien dat chaos niet slecht is, dat chaos een orde is die zichzelf schept… als je maar goed kijkt! Mijn huis is geen museum. Het is een thuis, een plek waar elke kras, elk haar, en elke opengereten kussen een herinnering is aan een levendig, imperfect leven.
En die krasjes op de bubble chair? Die geven het karakter.