Feestmuis
Joepie, eindelijk oudejaarsavond in het verschiet. Mijn hart maakt reeds sprongetjes bij het idee aan al de pakjes en lekkernijen die ik voorzien had. De eerste oudejaarsavond in ons nieuwe huis. Boom gezet, ballen gehangen, inclusief slingers en aanverwanten. Pakjes eronder (voor elk wat wils, zelfs voor mezelf). Helaas waren de poesjes daar eerst minder blij mee. In de kerstboom, een echte deze keer mochten ze niet klimmen. Met de kerstballen, nieuwe, mochten ze niet spelen, laat staan voetballen. En aan de slingers mocht niet getrokken worden. Het waren zware momenten voor mijn troetels. Gelukkig vond ik snel een winkel waar ze onbreekbare ballen hadden en liet er twee nonchalant onder de boom liggen. Daar mochten ze wel mee spelen. De middenweg was gevonden en de rest van de boom bleef poespootjesvrij, zolang er niets in wiebelde.
Ook was het leuk voor de katten dat ze eindelijk weer eens buiten konden. Na drie jaar op een appartement gewoond te hebben was het een verademing, dacht ik, om hen weer in een tuin te zien dartelen. Helaas, Tita zat al drie dagen te mokken op het aanrecht in de keuken, geheel verward over het feit dat zij nu buiten mocht.
Natgezeverde punkpels
Ramses daarentegen, die was helemaal in zijn nopjes. Hij was meteen de buurt gaan verkennen en na enkele uren weer thuisgekomen met iets grijs op vier poten dat nog liep. Na een schalkse beweging met luchtbal effect slaagde de muis er in de kat te ontwijken en zette het op een sprint. Tita, geïntrigeerd door al die actie, vergat even haar verwarring en besloot haar instincten te volgen. Met twee viervoeters die jacht maakten op het arme ding dat gezwind de eerste de beste kast onder gerend was, was het geen sinecure, om als mens het arme beestje, veilig en in 1 stuk, uit de poezelige poten te houden. Onder luid gegrom en duidelijke protestgeluiden had ik mijn twee hummels tenslotte dan ook netjes, een voor een, de kamer uitgewerkt. Het bleek helaas niet zo gemakkelijk als op het eerste zicht leek om het arme bange ding te pakken te krijgen. De muis die er gelukkig buiten een beetje wilde aanblik en een stukje natgezeverde punkpels niet gehavend uitzag, had helemaal geen zin om zich na dit katertrauma door mensenhanden te laten aanraken.
Troostkaas
Na enkele uren wachten zat er helaas niets anders op dan de twee zangers die de kamerdeur bewaakten binnen te laten, in de hoop het arme wezentje weer uit haar schuilplaats te lokken. Ik zeg ‘haar’ omdat ik geen mannelijk klokkenspel gezien heb en het toch leuk was even wat evenwicht in huis te hebben, zij het op een niet voor de hand liggende manier. Als ik heel snel was besloot ik, kon ik het diertje vast met een doos-met-gat-trucje te pakken nemen. Eens dat gebeurd was zou ik haar eerst in veiligheid brengen om vervolgens netjes te beknuffelen op muiswaardige wijze en een stukje troostkaas aan te bieden na de geleden stress. Daarna zou ik haar weer in de veiligheid van de tuin brengen met een kleine versnapering. Tenslotte was het niet voor niets deze periode van geven en delen.
Poesprotesten
Na wat een eeuwigheid leek kwam het hummeltje uiteindelijk van onder de kast gepiept. Een welgemikte graai van Tita’s enige voorpoot, zorgde ervoor dat het beestje het op een lopen zette richting deur. Daar had ik de doos neergezet waar ze gelukkig recht inliep. In één sprong, die waardering vond in de ogen van mijn kater, had ik de doos bereikt en het gat geblokkeerd. De poesprotesten die deze fase teweegbrachten ga ik u onthouden, ze zijn duidelijk van het zwaar gecensureerde type en niet netjes, zelfs niet in kattentaal.
“Na wat een eeuwigheid leek kwam het hummeltje uiteindelijk van onder de kast gepiept…”
Kerst voor iedereen
Later die avond, heb ik mijn schatten dan ook streng toegesproken dat beleefd opgevoede katten geen schuttingstaal gebruiken. Maar niet voor ik het grijze potige donsje dat trillend in een hoekje zat, op een veilige plaats in de tuin had gezet met een schaaltje cornflakes. Het was tenslotte Kerst voor iedereen. Vanachter het raam werd ik bespied door twee paar grote ogen en wild kwispelende staartjes. Ik voelde mij enerzijds opgelucht voor Noëlla (zo had ik de tijdelijke logé reeds genoemd). Anderzijds voelde ik me wel een heel klein beetje schuldig, ik kon er niets aan doen. Ramsesje had me een muis voor oudjaar gebracht en al wat ik kon doen was zijn pakje, waar hij zo voor gewerkt had, weer de vrijheid geven. Ik begreep dat ik geen goede punten gehaald had. Maar moord op Kerst kon echt niet. Hij zou het wel begrijpen later, getroostte ik mij.
Later die avond, tijdens ons feestmaal hebben we het er nog over gehad tijdens een toast; wijn voor mij, melk voor hen, een drie gangenmenu met gourmet als toetje voor hen en ijstaart voor mij. Toen hebben we ons officieel weer verzoend, het was net geen vijf voor twaalf. Wanneer het nieuwe jaar met vuurwerk in de straat zijn entree aankondigde, heb ik de pakjes gegeven. Ramses zijn cadeau staat nu in de garage in de vorm van een duomand, voor hem en zijn vriendinnetje. Hij liet ook daar geen gras over groeien zeg maar.
En Tita? Die heeft de rest van de week bij mij op de bank doorgebracht, afwisselend met enkele kleine wandelingen door de tuin voor een sanitaire stop. Zij heeft besloten dat het binnen veel leuker toeven is, lekker knus met knuffels, die ik met graagte uitdeel.
Noëla hebben we tot hier toe niet meer gezien.
Deze column betreft een anekdote uit vervlogen tijden, om juist te zijn, dertien jaar geleden. Toen ik de boom dit jaar aan het optuigen was en Tobiasje bezig zag met Ramses manieren, kwam het weer allemaal voor de geest, als was het gisteren. Mijn troetels van nu zullen het mij vast wel vergeven dat ik hun pleegouders erbij betrek.
Nog een heel fijn jaar gewenst aan alle lezers.