Even voorstellen
Waarom zou je als huisdier uitgerekend een kát nemen? Twee jaar geleden begreep ik niets van mensen die een kat als huisdier hadden. Zo’n beest loopt alleen maar buiten, wat heb je er dan aan? Als je kattig in het woordenboek opzoekt, zal je geen positieve betekenis vinden: kattig is vast niet voor niets een negatief woord. Bovendien poepen katten altijd in de tuin van een ander. Kortom: ik was een fervente aanhanger van alle negatieve stereotypen die er van katten bekend waren. Daarom trachtte ik elke doorgang van katten door mijn achtertuin te voorkomen. Elke kat die het waagde tot mijn territorium door te dringen probeerde ik, gewapend met een supersoaker, nat te spuiten.
Kattenkoor
Tot ruim anderhalf jaar geleden… Toen is mijn stiefmoeder bij mijn vader en mij ingetrokken. Daarbij kwam ze niet alleen, maar ze voegde drie katten aan het gezin toe: Jerry, Tommy en Sylvester.
Op de avond van de grote kattenverhuizing belde ze vanuit de auto op: het driestemmige kattenkoor, meer op de voorgrond dan op de achtergrond, zong somber, maar op vol volume zijn elegie. Vanaf dat moment begreep ik wat mensen met kattengejank bedoelen: de katten vonden het duidelijk niet leuk om verhuisd te worden.
Drommeltje
Ze zouden ook nog eens drie weken binnen moeten blijven, terwijl ze altijd gewend waren om naar buiten en binnen te kunnen wanneer ze dat wilden. De eerste nacht mochten ze ook niet in de woonkamer blijven, omdat we bang waren dat ze de bank als krabpaal en kattenbak zouden gebruiken. Juist toen ik de deur van de woonkamer wilde sluiten, schoot Jerry naar binnen. Jerry is de oudste en eigenzinnigste van de drie. Veertien jaar geleden is hij als klein drommeltje bij mijn stiefmoeder komen aanlopen en hij is nooit meer weggegaan. Het is een echte jager: hij komt geregeld met een muis of een klein vogeltje in zijn bek aangelopen, wat hij dan trots wil tonen. Ook als het midden in de nacht is en iedereen probeert te slapen.
Ik stond even een moment stil om te bedenken wat ik zou doen om Jerry onder de tafel, waar hij inmiddels onder was gekropen, vandaan te krijgen. Toen besloot ik dat het vast niet zo moeilijk was om hem gewoon op te tillen en in de gang weer neer te zetten. Ik had immers vaak genoeg gezien hoe iemand een kat optilt. In het halfdonker hurkte ik voor de tafel en strekte mijn handen naar voren uit, richting het donker waarvandaan geelglimmende ogen me aankeken. Met een snauw haalde hij uit en trok met zijn scherpe nagels bloedmooie rode strepen over mijn hand. Nu leerde ik de volle betekenis van het spreekwoord: ‘dat is geen kat om zonder handschoenen aan te pakken’ kennen! Ík was uiteindelijk degene die afdroop en ik informeerde mijn stiefmoeder dat mijn heldhaftige poging de kat te laten zien wie de baas was, was gestrand. Nadat ik mijn leed breed had laten blijken ben ik maar gaan slapen en om mijn nachtrust te garanderen deed ik oordopjes in.
“’s Ochtends vroeg vond ik mijn stiefmoeder in tranen, want ze had vannacht Jerry via de achterdeur naar buiten gedaan, omdat ze zich schaamde voor zijn klagelijke gemiauw…”
Tranen en oordopjes
’s Ochtends vroeg vond ik mijn stiefmoeder in tranen, want ze had vannacht Jerry via de achterdeur naar buiten gedaan, omdat ze zich schaamde voor zijn klagelijke gemiauw. Ik had er geen last van gehad, omdat ik oordopjes in had, en mijn vader zei achteraf dat hij twee kinderen had opgevoed, en dus wel vaker een nacht gejank heeft moeten aanhoren. Na amper een avond in ons huis te zijn geweest was Jerry dus alweer uit huis gezet.
De daaropvolgende dagen volgden zoekacties, want mijn stiefmoeder had grote spijt dat ze een van ‘haar kindjes’ op straat had gezet en ze wilde hem dolgraag terug. Mijn vader en stiefmoeder struinden de straten af, terwijl ze Jerry’s naam riepen, maar helaas allemaal tevergeefs. Jerry werd uiteindelijk opgegeven.
Knap
Toen we drie dagen na de verdwijning in de woonkamer zaten, hoorden we ineens een zacht gemiauw bij de achterdeur vandaan komen. Wat bleek: na drie dagen had Jerry zijn weg teruggevonden naar het huis dat hij ’s nachts maar even van buiten had gezien! Vanaf toen was het gezin weer compleet. Toch knap van zo’n kat! ‘Knap van een kat’? En dat zegt de man die vroeger katten natspoot als ze zijn achtertuin doorkruisten? Van kattenhater naar kattenvriend, want wat ben ik nu? Columnist voor De Kattensite, dat zegt denk ik genoeg!