De indringer

Ik ben Rikkie, een kater van vijftien. Niet mager en niet dik.
‘Volslank’, grijnsde mijn baasje jaren geleden tot ze mijn dodelijke blik ontving en dat woord nooit meer uitsprak.
Ik ben slank. Punt! Een figuurtje om van te snoepen. Grijs gestreepte rug, witte poten die één lijn vormen met mijn goddelijke lijf. Wit puntje op het einde van mijn staart die ik iedere avond op dezelfde slimme manier schoonmaak. Ik plof neer op de bank, leg mijn rechterpootje op mijn staart en ik lik alsof ik een ijshoorntje krijg voorgeschoteld. Ik moet zeggen dat ik “dik” tevreden ben als ik mezelf presenteer in de passpiegel. Toch bekruipt mij het gevoel dat ik de laatste tijd niet wordt begrepen door mijn baasje. Het is alsof ik mij meer moet bewijzen dan voorheen en niet meer weg kom met mijn lieve kattenkopje en mijn symfonisch gespin.

Walhalla

Column: Kat RikkieBegrijp me niet verkeerd. Ik heb het “erugh” naar mijn zin in het huis waar ik woon. Ik heb het alleenrecht over een zalig bankstel, mijn waterbakje is gevuld met vers leidingwater en als ik naar mijn voederbakje sprint, zorgt mijn gejammer er steevast voor dat die gevuld is. Daarnaast heb ik buiten de beschikking over een walhalla aan vrijheid. Padjes die traag mijn pad kruizen, geflipte muizen die ik als een tijger aanval en die ene zwarte kraai die ik soepel verjaag. Ik heb mijn schaduwplekje onder het metershoge gras en het houten hok om te schuilen als het regent. Want ja, mijn vrijheid is mij soms liever dan een blikje tonijn. Hoewel die geur mijn natte neusje wel prikkelt… mjammie.

En toch heb ik een kriebel in mijn onderbuik. Een knagend gevoel alsof mijn voederbakje een dag leeg staat. Het idee alleen al… Mijn ego heeft een flinke opdonder gekregen toen ik een gesprek opving tussen mijn baasjes. Ik spitste mijn poezelige oortjes en rechtte mijn rug terwijl ik net deed alsof ik smulde van de stukjes kroepoek die ik toegeworpen kreeg. Ik bewaar die kleffe dingen onder in mijn wang en spuug ze meestal buiten uit in de tuin. Gatver, soms denken mensen echt dat wij alleseters zijn…

Drol op de stoep

Ik hoorde mijn butlers praten over een ander huisdier. Een raar beest, dat netjes aan een lijntje loopt, blaft om niets en zijn drol uitsmeert over de stoep. Wij katten werpen onze drolletjes netjes in de aarde of zorgvuldig onder de houtsnippers in de kattenbak. Netjes opgevoed heet dat! Ik moet er niet aan denken, zo’n welongemanierd beest in huis maar ze menen het echt. Volgende week gaan ze kijken naar een nestje met puppies.

“Als ik uit de kattenbak spring, ren ik niet meer als een dolle stier de trap op en neer omdat ik mij schaam voor mijn aroma’s…”

Parfum

Ik probeer er werkelijk alles aan te doen om dat zotte idee uit hun hoofd te kletsen. Ik laat ze uitslapen en wacht net zo lang met zeuren om eten tot ze wakker worden. Als ik uit de kattenbak spring, ren ik niet meer als een dolle stier de trap op en neer omdat ik mij schaam voor mijn aroma’s. Tegenwoordig schuif ik mijn achterwerk tegen de opening van de kattenbak en waak net zo lang tot mijn parfum is uitgewerkt. Kortom, ik ben mijn hele leven het ideale huisdier geweest maar op dit moment speel ik het ultieme voorbeeld voor onze soortgenoten. Ik druk kusjes op de wang van mijn baasje en geef kopjes als nooit tevoren. Mijn gespin is geen symfonie maar meer een achtergrondmuziekje om te ontspannen.

Pootjes geven

En toch blijven mijn baasjes maar met een verliefde blik op hun gezicht rondlopen. Ze verwaarlozen mij niet maar ik merk dat ze dingen kopen die niet in mijn territorium thuishoren. Een tijdschrift over honden, een leren halsband en een stenen voederbak met “Dog”.
‘Je krijgt een vriendje’, roepen ze mij toe en ik moet steeds aanhoren hoe leuk het wel niet is om er een speelkameraadje bij te krijgen.
Wat moet ik straks met dat ongewenste mormel om me heen? Samen achter een stok aanrennen? Tegelijkertijd de sloot induiken of nog erger; pootjes geven en in de lucht springen voor een hondenkoekje?

Ik ben Rikkie. Een uiterst leuke kat op leeftijd. Op dit moment voelt het alsof ik per ongeluk een hondenkluif heb ingeslikt. Die andere huisgenoot komt er. Geen twijfel over mogelijk. Ik wacht geduldig op het monster en wat ik tot die tijd doe? Plannetjes verzinnen. Slimme plannetjes zodat die nieuwe indringer straks een hondenleven krijgt naast mij…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *