Buurtkatten

Luna en Siepie gaan inmiddels al een tijdje naar buiten en sinds die tijd weet ik:

  1. Hoe de stem van de nieuwe buurvrouw klinkt in een boze bui
  2. Hoe eenzaam de mevrouw aan het einde van de straat is, en
  3. Dat er nog veel mensen zijn die hun katers niet castreren.

Systeem

Kat drinkt uit de kraanZe moesten naar buiten, dat kon niet anders. Luna krabte dagelijks verse hoogglanskrullen van de buitendeur en ook ons sluizensysteem ging vervelen. Voor diverse katlozen, die bij ons op visite komen, is dat systeem sowieso een compleet raadsel, maar onze hysterie van het juist sluiten van alle deuren is wel degelijk noodzakelijk.

Het systeem is als volgt: de deur van de woonkamer naar de gang (waar de kattenbak staat) blijft te allen tijde wagenwijd open. Niet op een kier, want dan kan-ie wel eens vanzelf dichtgaan, zo demonstreerde Siepie afgelopen Kerst nog. Helaas voor de os in de stal leek hij, zittend in het stro, nog het meest op Siep’s kattenbak, die met de dichte deur buiten bereik was. Op zijn bruine lijf vielen de drie drollen bijna niet op.

De deur naar onze slaapkamer is altijd dicht, evenals de badkamer, want zoals vaker hier beschreven, Luna is een zogenaamde zachte dingen-plassertje.

De deur naar de keuken moet weer wagenwijd open, want daar staan hun voerbakken, maar de deur naar de bijkeuken moet ALTIJD gesloten worden. Daar achter is namelijk de buitendeur en dat weten ze. Ze weten het echt en het kan ze niet schelen dat wij met z’n tweeën thuis komen met de zaterdagboodschappen en dan onszelf en alle boodschappentassen in de kleine bijkeuken moeten proppen, dan de buitendeur kunnen sluiten en dan pas de deur naar de keuken open kunnen doen.

Onze vriendin de kattenleek vond dit allemaal maar gedoe en heeft voor straf een hele dag en nacht in de rats gezeten omdat Luna niet meer terug kwam na een weloverwogen sprint door een kier van de buitendeur.

Maar goed. Dat van de buitendeur was allemaal toen ze nog niet naar buiten mochten, dat is nu allemaal anders. En de hele buurt weet er van.

Buren

Mijn buurvrouw en haar man hebben zelf geen katten. Hun deuren staan daarom regelmatig op een kier. Luna zag door die kier een overheerlijk alternatief voor haar droge brokken staan. De buurman moest die dag namelijk overwerken en daarom had de buurvrouw zijn prakkie, een gevulde paprika met gehakt, op het aanrecht gezet. Vlak voordat ze de magnetron wilde aanzetten omdat haar man had gebeld dat hij er aan kwam, maakte ze met een hoge gil kennis met haar nieuwe buurpoes, die op dat moment net de laatste restjes gehakt uit de verder overigens vieze paprika likte.

“Als een schaaphond zo dicht op de grond wacht ze de verliefde sukkels een voor een op en verdrijft ze met een krijs of een haal met de nageltjes…”

Verliefd

Al deze ongein niet voor Siepie, want die is verliefd. Ze kan alleen niet kiezen op wie. Je hebt die grijze kater van de overburen, die zwarte van twee deuren verderop, de zwarte met witte pootjes ergens uit de straat en sinds gisteren ook nog de zwarte met wit staartpuntje. Siepie is allang ‘ geholpen’, maar gedraagt zich daar niet naar. Met staartje omhoog en kontje in de lucht paradeert ze over onze schutting, het dak van het tuinhuisje en over de takken die alle hoge uitzichtpunten met elkaar verbinden. De katers vinden het prachtig en zijn het liefst heel dicht bij Siepie. Ook als ze naar binnen wil om even een brokje te eten. Helaas voor Siep en haar vrijers, maar gelukkig voor ons, neemt Luna de bewaking van haar huis erg serieus. Als een schaaphond zo dicht op de grond wacht ze de verliefde sukkels een voor een op en verdrijft ze met een krijs of een haal met de nageltjes.

Logeren

Onze nieuwe tuin tenslotte, was alleen nieuw omdat hij net van ons was. Diverse zaterdagen hark, schoffel en wied ik daarom in onze voortuin totdat deze weer op orde is. Luna vergezelt mij dan altijd, heerlijk liggend in zelf gegraven zandkuil. Twee weken geleden stopt er een aardige mevrouw met een rode fluwelen jas bij het hek en ze zegt: “O, is die kat van jou? Die ligt bijna elke middag op mijn bed te slapen.”

Met rood hoofd kijk ik naar Luna en stamel verontschuldigend: “Sorry mevrouw, dat wist ik niet, u mag haar gewoon het huis uit jagen hoor”. “Welnee meid”, lacht ze, “ik vind het wel gezellig hoor. Als jij het geen probleem vindt, mag ze blijven logeren”. En ze fietst weg. Luna rolt, zonder de mevrouw verder te herkennen, nog een keer opnieuw door het zand. Ik herken nu wel ineens de rare rode pluisjes aan Luna’s nagels. Mevrouw heeft zeker geen kapstok.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *