Aandacht

Drie katten, drie karakters. Maar in één komen ze toch alledrie overeen. Aandacht. Alle drie willen ze af en toe – de één wat meer dan de ander – aandacht. Maar zelfs in hoe ze met die aandacht omgaan verschillen ze enorm. Het blijven toch individuen.

Silly

Column AandachtIn de verte is getrippel te horen, zachte kussentjes die weinig lawaai maken op de laminaatvloer. Plotseling steekt er een zwart met wit hoofdje om de hoek van de deur. Ze kijkt me aan en trippelt de kamer in, onder een stoel en een tafel door, een kopje tegen de bank, even tegen de staande lamp aanvrijen. Ik hoor een klein zacht miauwtje, voordat ze mijn richting in loopt. Silly is op pad voor aandacht. Ze loopt langs m’n stoel, wacht tot ik haar aai, loopt net buiten het bereik van mijn armen en loopt weer terug. Ze ploft neer, weer net buiten het bereik van mijn armen, ik moet moeite doen om haar te gerieven. Ik aai haar over haar buik, ze spint, maar bij het geringste geluid sprint ze als een speer de kamer uit. De achterdocht wint het van de aandacht.

“Tommy miauwt, en dat betekent maar één ding: zijn bakje is leeg, of hij wil een plakje ham…”

Tommy

Uit een andere hoek klinkt een roep om aandacht. Tommy miauwt, en dat betekent maar één ding: zijn bakje is leeg, of hij wil een plakje ham. Maar dat alleen is niet genoeg, vindt Tommy. Tijdens het diner staat hij weer naast m’n stoel. ‘Mauw?’, klinkt het, naar het einde toe hoger geïntoneerd. Alsof hij weet dat mensen dat doen als ze een vraag stellen. Ik geef hem een aai over zijn bol in de hoop dat hij weggaat. Maar hij gaat niet weg, niet voordat hij een stukje van mijn vlees heeft gehad. Tien minuten rust. Even later komt hij weer teruggehold als hij mijn lepel tegen het glazen schaaltje met m’n toetje hoort tikken. Geduldig staat hij te wachten totdat ik m’n toetje bijna op heb. Weer geef ik hem een aai over z’n bol, terwijl ik het bijna lege bakje voor zijn neus zet. Voor wat hoort wat, denkt Tommy. Als jij me iets lekkers geeft, mag je me aaien.

Jerry

Het is altijd oppassen geblazen, geruisloos staat hij plotseling achter je, of zelfs als hij plotseling voor je staat, heb je het pas op het laatste moment door. Daar is hij weer, opeens zit Jerry onder m’n stoel. Hij laat een zacht gebrom horen als ik hem over zijn rug aai. Zijn rug gaat omhoog, gevolgd door zijn staart. Als ik stop, begint hij te mauwen. Hij draait een rondje. Hij stopt pas met mauwen als ik weer begin met hem te aaien. Hij dwingt zijn aandacht af door met z’n snoet vragend in mijn richting te kijken. Ik zou me haast schuldig voelen als ik geen tijd heb om hem over z’n rug te aaien. Het blijft oppassen, want als ik hem te lang aai, haalt hij uit zonder waarschuwing. Na een tijdje loopt hij weer weg, net zo geruisloos als hij aankwam.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *