Werkzweet en ergerlijke ergernisjes
Die dag was thuiskomen zoals altijd weer een warme mix van hartelijkheid en onstuimige verwelkomingspootjes met bijhorende aria’s en zoals altijd worstelde ik me kroelend en kusjes gevend richting stoel om mijn tas en sleutels neer te plempen. Nu hebben wij hier al voor hetere vuren gestaan om ongeschonden iedereen zijn wat-ben-jij-flink-geweest-knuffel en een heb-jij-moeke-hard-gemist-wrijfje te geven. Maar de ene dag is natuurlijk ook de andere niet en zo kwam het dat ik in een onbewaakte tel mijn grote negenendertig op mijn Dextertjes lijfje knalde. We schrokken ons natuurlijk allemaal een bult en wat dan volgde viel vast te bekronen met een lompe-voeten-prijs. Toch bleek het gelukkig niet ernstiger dan het was, al bleek dat van mijn schuldgevoel niet te zeggen natuurlijk. Maar ach, het leven zit vol valkuilen en ergerlijke ergernisjes.
Dat even terzijde gaf het me wel de kans om mij van mijn goedmakerige en knuffelste kant te laten zien (of bewijzen) en dat ik echt wel een goed moeke ben, al was ik natuurlijk niet meteen het toppunt van stabiliteit in mijn toch wel routineuze handelingen soms. Gelukkig zijn poezeltjes vergevingsgezinde wezentjes en al snel stak mijn lieve Dexter zijn staartje weer prompt in de lucht terwijl hij van Jasper een welgemeende troostlik over zijn neus mocht ontvangen. Zalig toch als je merkt dat je lievelingen zo met elkaar begaan zijn.
Gedrevenheid
Zoals het een goede ingeburgerde routine betaamt trokken we daarna met zijn allen richting keuken en dat bleek geen tel te vroeg aan het geluid te horen dat over hun zingende lipjes kwam. Eerst kreeg Tobias zijn brokjes, – want Tobias eet speciaal – en daarna volgden de anderen. Toen ik de ijskast opentrok gaf Felix al meteen aan waar hij het meest zin in had en waar dat dan gevonden kon worden. Gemakkelijk toch, hoefde ik niet eens te twijfelen of na te denken over wat de pot vandaag zou schaffen, voor de poezels dan. Geinig en vermakelijk eigenlijk als je de gedrevenheid even op afstand bekeek. Stiekem gniffelde ik even wanneer ik snel een kiekje trok en vulde dan hun bordjes.
Detective
Al was ik eerst in feite serieus van plan later die avond een column te schrijven na het bekijken van een aflevering Dalziel en Pascoe, dat viel helaas in duigen door een overmannend gevoel van voorzomerse winterdepressie toen bleek dat ik met een waarschijnlijke slaapkop heel de avond Z-TV opgenomen had. Wie neemt nu in godsnaam Z-TV op? Meteen was mijn voorpretmoment op een avondje detectives verknald. Te beroerd om met woorden uit te leggen knorde ik even letterlijk als een varken en nu mijn humorschaal om een leuke column neer te zetten zijn drive kwijt was, bleek het knap ingewikkeld te worden om er nog in te slagen. Was het een verkeerde inschatting of was het het contrast van een heksendag voor de warme thuiskomst die bijna met letsels afliep? ‘Ach, het was vast gewoon een lege-maag-dipje en na een verkwikkende knabbel zag alles er vast fleuriger uit,’ besloot ik. Op mijn leeftijd kun je je nu eenmaal maar beter gewoon bij de dingen neerleggen en er niet te veel achter zoeken, dat brengt enkel meer ergerlijke ergernisjes mee.
Misselijke windvlaag
Gelukkig stond er nog een kliekje Orlofsgebraad in de koelkast en met een bokaal erwtjes en worteltjes en een schep luiewijvenpuree met kaas erbij, voelde ik mij een half uurtje later al veel beter. Beter nog, ik besloot mijn allergelukkigste been in te schakelen. Dat komt voor een buitenstaander misschien een beetje bevreemdend over maar ik ben geen loser en weiger persistent de dingen zwartgallig te benaderen. Zelfs toen er een duidelijk berekend gekrab van op de kattenbak mijn oor tergde en ik even later in een misselijke windvlaag de gevolgen rook en besloot dat snel even weg te ruimen, kon dat mijn geluksgevoel niet drukken, al vraagt een mens zich af hoe het kan dat er uit zo een klein schattig poezenbuikje zo’n berg afval met walgelijke stank kan komen. Zelfs het volgende ongelukkig voorval dat plaatshad om de boel compleet te maken, kon mij niet van gedacht doen veranderen.
Vertelserenades
En toen opeens trad mijn verhalend verstand in werking, ik kreeg een verbazingwekkende zachte ingeving, voelde de spanning tot in mijn lendenen en tokkelde de stoom uit mijn klavier met een vage glimlach rond mijn mond omdat ik gelukkig weer bespaard zou blijven van een zware psychologische kater door het niet kunnen inleveren van een verhaaltje. In de plaats van een echt verhaaltje te schrijven zou ik even experimenteren met een broeierige mix. Een zogenaamd lijstje dat het zware werk van een gelegenheidscolumnist weergeeft, aangevuld met enkele speciale eigenschappen van mijn schatjes en ik besloot met Dexterman te beginnen. Hij is immers zo’n altijd gelukkig poesje dat wanneer ik al zijn vertelserenades per strekkende meter rode loper zou kunnen leggen, ik een halve stad kon doorkruisen op twee dagen.
Sprankelwitte rug
Jasper had duidelijk hoge nood gehad en dat bleek toen ik zijn gevoeg aanschouwde. Snel nam ik de bakemmer en de schep om alles reukdicht te bewaren tot het vuilzakkentijd was. Helaas was me even ontschoten dat het nooit alleen strontruimen is hier. Vier kopjes houden mij dan nauwgezet in de gaten om zeker te zijn dat alles volgens de regels van de kunst gebeurt. Toen de derde en laatste bak dan ook druk- en plasvrij was en ik hun toiletten wilde bijvullen met een nieuwe zak – die tussen ons gezegd en gezwegen veel te zwaar en te lomp is voor een tengere vrouw – had Jaspertje besloten, ondanks het feit dat je zou denken dat zijn buik nu toch wel tot tegen zijn ruggengraat leeg zou zijn, om de eerste te zijn op de vers uitgekuiste bakken.
“Jasper had duidelijk hoge nood gehad en dat bleek toen ik zijn gevoeg aanschouwde…”
Vertelserenades
Het gevolg: omdat alle potigen in huis altijd eerst willen zijn om een nieuwe bak in te wijden en mijn reactievermogen duidelijk niet functioneerde naar behoren, en Jasper dus persé nog drie druppels uit zijn buik moest persen, en ik ocharme net aan het klungelen was met die veel te zware twintig kilozak, en die zak al ferm gietende was, en Jasper al stappende was, en Jasper dus een hele guts fris en uitstekend klontvormig kattengrit over zijn sprankelwitte rugje kreeg waardoor we weer met zijn allen opschrokken en in één tel het hele kattentoilet en de helft van de badkamer onder de korrels zat, bleef het werk in de wereld.
Maar ach, ik zei het al, het leven zit vol ergerlijke ergernisjes en met opkuisen was alles als nieuw. Na al die toiletperikelen en mijn verkwikkende en welverdiende douche had ik weer humor, fut en energie om toch maar een stukje geschreven te krijgen. ‘Zie je nu wel dat alles gebeurt met een reden,’ fluisterde Tobias me wijs toe. Of was dat de moeheid die toesloeg?