Troost

Voor R.S.

Rustig komt Jerry m’n kamer binnenwandelen. Zijn nagels scherpt hij met behulp van mijn vloerbedekking die inmiddels niet langer ongehavend op de vloer ligt. Daarna probeert hij even of zijn nagels scherp zijn door een haal te trekken in m’n prijzige, nieuwe broek. Nadat hij een aai over z’n kop heeft gekregen, loopt hij weer weg, draait zich om en begint te mauwen. Met zijn mauwen probeert hij iets duidelijk te maken, denk ik. Jerry kijkt er vragend bij. Net liep hij nog vrolijk door de regen en probeerde hij het water van de bloemen in de tuin te likken. Wat wil je nu? Moet ik nu achter je aanlopen? Moet ik je aaien? (Liever niet, want je bent nat en vies!) Moet ik je te eten geven? Moet ik je nieuw water geven?

Antropomorfe eigenschappen

Column TroostMeestal heb ik geen idee waar Jerry naar toe wil met z’n gemiauw. Vooral op dat soort momenten wordt duidelijk dat er een verschil is tussen katten en mensen. Uiteraard zijn er verschillen tussen mensen en huisdieren, maar mensen projecteren het liefst zoveel mogelijk antropomorfe eigenschappen op hun huisdieren, ze behandelen hen als kleine mensjes. Het is natuurlijk geen echt verschil met mensen dat ze katten niet begrijpen, mensen begrijpen elkáár ook niet altijd, maar verstaan elkaar vaak nog wel. Jerry, ik versta je nooit, en meestal begrijp ik je niet. Soms vraag ik me af wat ik aan je heb.

“Hij bleef me ondertussen strak aankijken met z’n kattenogen, iets wat hij normaal niet zo snel doet…”

Verdriet

Ik was verdrietig. Ik zat opgekruld op de bank, een beetje zoals de katten altijd. Rustig kwam Jerry m’n kamer binnenwandelen. Hij liep naar me toe om een knuffel te halen. Op een afstandje bleef hij staan en stond voor me alsof hij wilde zeggen: ‘Wat is er?’. Hij bleef me ondertussen strak aankijken met z’n kattenogen, iets wat hij normaal niet zo snel doet. Hij liep verder naar me toe en mauwde zachtjes. Jerry, begrijp jij mij dan wel? ‘Gekke kat’, dacht ik, ‘kom je je baasje troosten? Kom je me een knuffel geven om mijn verdriet te verzachten?’ Eventjes kwam hij bij me liggen. Toen hij wegging voelde ik me werkelijk beter. Alsof hij aanvoelde dat ik me verdrietig voelde. Zou het?

Er blijkt eens te meer dat de band tussen een huisdier en zijn baasje bepaald niet onderschat moet worden. Fijn dat zo’n beestje zo’n enorme steun kan zijn in moeilijke tijden. Een ding is zeker: met een kat ben je nooit alleen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *