Robin

Column RobinMijn bedrukte schouders bengelden in een lucht vol zware leegte. Op de voorgrond van mijn gedachten, een zekere weemoed in de onbestemde, rustige melancholie van deze avond, terwijl mijn gedachten naar Robin zeilden. Maar ik heb besloten, vandaag wil ik deze last van mij afwentelen. Niets over Robin schrijven zou een belediging voor het leven zijn en mijn enige bedoeling is de wereld bondig in kennis te stellen van een reeks gebeurtenissen, waarvan de gevolgen ervan voor die lieve Robin noodlottig waren.

Misschien zal het mijn geweten zuiveren. Het is vijf minuten over elf in een koude, heldere winteravond.

Het was een knoeiboel, zo een moeilijk te ontrafelen raadsel en eigenlijk wist ik helemaal niets van poezeningewanden. Al wat ik wist en weet is proefondervindelijk en wat mijn hart ingeeft. Maar wat ik wel wist was dat dit poesje, dat zo voor mijn ogen onderkomen zat te zijn, heel dringend medische hulp nodig had.

Klokkenspel

Een op het eerste zicht best oude onbesneden kater en het klokkenspel dat er achterhangt doet me sterkt vermoeden dat hij een hele hoop nakomelingen moet hebben. Maar dat is niet zijn probleem. De arme schat was waarschijnlijk een half wilde kat uit de roedel aan de forten die ooit afgezet geweest was. Dat bleek duidelijk aan zijn manier van niet-bang-zijn tegenover vreemden. Dit poesje was in een ander leven veel meer luxe gewoon geweest, zoveel was zeker. Maar nu taanden zijn krachten. Hij was duidelijk doodziek en had zich tot aan een appartementsblok gesleept waar iemand hem uit medelijden wat eten en een doos gegeven had.

Donderslag

Nu was het zo dat er in dat betreffende appartementsblok geen huisdieren mochten gehouden worden en dat ik daar een erg diervriendelijk tanteke wonen heb. Dus toen ik bij haar op bezoek kwam liep ik bijna op een grote wit/zwartkat, die net als een portier de wacht hield in een doos die al beter tijden gekend had (dacht ik toen) maar dat kwam door de regen. Dus boven gekomen bij tante vertelde ik meteen over de kat die ik gezien had. ‘Ik weet het,’ zei ze, ‘het beestje is duidelijk ziek en ik mag hem niet binnen nemen om er mee naar de dokter te gaan en hem opnemen durf ik niet. God weet wat hij heeft…’ Nou, dat hamerde er bij mij in als een donderslag natuurlijk, al hoopte ik nog steeds dat iemand zich over hem ontfermde.

Beestjes

Toen ik een halve dag later terugkwam met haar boodschappen zat de kat er nog steeds. Ik besloot me er even bij te zetten om hem even aan een nader onderzoek te onderwerpen en vleide mijn billen op de trap naast hem. Geïnteresseerd piepte zijn hoofdje vanuit de doos en ik probeerde hem te lokken. Trok een pak hesp open en voerde hem stukjes. Meteen sleepte hij zijn lijfje uit de doos en kwam naderbij. Ik zag dat hij nat was. Eerst dacht ik dat de schat in een natte doos lag, maar het was nog erger. Niet enkel de doos was nat van de regen, registreerde mijn neus. Toen de kat aan de hesp knabbelde op een helemaal niet schrokkerige manier, knuffelde ik hem en zag dat hij erg onder de beestjes zat. Niet enkel vlooien maar ook grijze dingen die later luizen bleken te zijn.

Kaliber

Even later leverde ik de boodschapjes af en het gesprek ging al snel weer over de kat beneden. Mijn hart brak, dat beestje heeft dringend een dokter nodig. En ik besloot: als ik straks beneden kom en hij zit er nog, dan neem ik hem mee. Tanteke was enerzijds blij voor de kat, want ze wist dat hij dan zeker vertroetelt ging worden, maar anderzijds is ze altijd al van het idee geweest dat ik eigenlijk genoeg poezen heb. ‘Maar,’ volgde ze er op, ‘eigenlijk mag ik niets op je zeggen, want wat jij hebt met katten, deed ik met honden voor ik hier ontrok.’ Dus trokken we naar haar kelderverdieping om mooie een doos uit te zoeken waar ik het diertje mee kon vervoeren.

Dat bleek helemaal geen probleem te zijn. Net of hij voelde dat ik geen kwaad met hem in de zin had. Gedwee liet hij zich in de doos lokken die ik zonder problemen afsloot en in de auto plaatste.

Thuisgekomen was het meteen duidelijk dat deze gast van een ander kaliber was dan mijn huispoezen. Tobias was duidelijk erg onder de indruk. En toen ik Robin, want zo noemde ik hem ondertussen al, naar de keuken loodste, was het kwestie van waarnemen om te zien dat Robins hoofd meer dan dubbel zo groot was dan dat van mijn katten. Hoewel zijn lichaam er niet meer bij paste.

“Hij was duidelijk doodziek en had zich tot aan een appartementsblok gesleept waar iemand hem uit medelijden wat eten en een doos gegeven had…”

Bariton

Wanneer ik de koelkast opentrok kwam er een luide brulmiauw uit waar ik even van schrok, waarbij hij mijn duwende kopjes gaf. Dat had ik nog nooit gehoord. Het leek wel een leeuw, zo zwaar en diep en luid, hoewel duidelijk vriendelijk van ondertoon. Jasper en Tobias stopten terstond in het deurgat en draaiden zich om. Ze durfden niet meer dichter komen en daar was ik niet boos om, want hij had beestjes en mijn kadollen niet. Dus even geen direct kontact was toch wel leuk. Toen Robin weer een beetje gegeten had haalde ik de strooibus anti-parasiet boven en poeierde hem rijkelijk in waarna ik hem nog een pipet anti-vlooi in de hals uitkneep. Hoewel hij luid protesteerde met zijn zware baritonstem, liet hij het toch allemaal gebeuren. Ik moet toegeven dat ook deze kattenvrouw erg geïntimideerd was door dit speciale schepseltje. Even later kregen ook mijn knuffels een pipet in de hals geknepen, zeker is zeker.

Daarna volgde een telefoon naar de dierenarts voor een dringende afspraak en een kort verslag waarom en twee uur later mochten we al komen. Robin was iets minder gedwee om zich deze keer in een wandelmand te laten duwen, maar de doos waar ik hem in vervoerd had stond al buiten. Het metalen mandje was trouwens ook veel hygiënischer.

Cocktail

Bij de dokter aangekomen werd het meteen duidelijk dat hij er erg aan toe was. Die grijze dingetjes waren luizen en die komen enkel op een kat als ze er ver geweest is. ‘Het is nen harde,’ waren de woorden van de dokter. Omdat hij buiten een zware miauw zich goed liet verzorgen, vond de dokter ook dat het meer dan de moeite waard was om hem nog een kans te geven. Het feit dat hij at was een goed teken en een goede thuis doet immers wonderen. Dus, met weinig tegenstribbeling kreeg Robinneke enkele spuiten onder zijn vel, waaronder een ontstekingsremmer, een antibioticacocktail en nog een zakje pillen waar hij er dagelijks eentje van moest binnenkrijgen. Daarvan zou hij normaal snel moeten beter worden.

Lees het vervolg

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *