Robin (vervolg)

Omdat hij toch wel een redelijk wild buitenleven gewoon was, besloot de dokter dat het beter was om hem licht in slaap te doen. Zo had hij de gelegenheid hem aan een deftig onderzoek te onderwerpen en gelijk even bloed te trekken, gezien het feit dat ik nog andere salonteigers zitten heb. Dan kon ik hem naderhand in bad stoppen en de klitten uit zijn pels knippen om zijn persoonlijke verzorging erop te vergemakkelijken. Castreren ging hij niet meteen doen. ‘Eerst de bloedtest afwachten,’ vond de dokter, ‘anders is het lijden voor niets hé.’

Trimstoppelig

Column Robin (vervolg)Dus, een dik halfuur later ging in met een half bewusteloze kat naar huis om hem helemaal in bad te stoppen. Eerst heb ik hem met luizenshampoo gewassen, dan met anti-parasietshampoo en ik heb er met nogal met de zachte kant van een schuurspons en nagelborstel opgezeten om de vuiligheid uit zijn pels te krijgen. Terwijl hij dan toch nog teut was, besloot ik even op die anaalklieren te duwen, want zo een ongecastreerde kater in huis is toch niet alles als die moest beginnen spritsen. Daarna heb ik de tondeuse genomen en zijn achterwerk trimstoppelig geschoren. Toen werd het nog duidelijker welk een ballonnen hij meedroeg. En toen dat allemaal gedaan was, kwam de haardroger er bij. Robin zijn schoonheid kwam nu echt met de seconde meer tot zijn recht. Zijn half gele pels was al bijna helemaal wit en de rest zou ook wel goed komen.

Ondertussen zat Tobiasje mij met grote kijkers van op het aanrecht te kijken. Nu de nieuweling ‘out’ was, durfde hij zelfs even te komen snuffelen. Hij rook nu immers meer naar binnenhuispoes door de shampoo en de lotionnetjes, al stond het hem allerminst aan. Want hij wist ook; wie hier in bad gaat, is niet meteen weg. Daarna ging hij mij met grote ogen, zwaar verontwaardigd zitten aankijken en van Jasper was al helemaal geen spoor meer te bekennen.

Ronkmachientje

Toen Robinneke eindelijk droog was aan alle kanten en in al zijn hoekjes, draaide ik hem in een vers poezendekentje en installeerde hem in de badkamer op een dik kussen om rustig wakker te worden. Daar heeft hij zich nog een keer onder geplast, maar omdat hij nog niet helemaal wakker was, kon ik hem met een washandje lekker verfrissen zonder problemen.

De volgende ochtend werd ik wakker met mijn Tobiasje in mijn armen, mijn Jaspertje boven mijn hoofd en raar maar waar, Robin op het hoekje van het voeteneind aan mijn passagierskant. Dat was even schrikken, want niemand had ook maar kunnen denken dat die lieverd zo snel op onderzoek naar de slaapkamer zou gaan. Maar van zodra zijn ronkmachientje in actie schoot was ik al meteen weer verkocht. Zijn snorgeluid was trouwens ook vier decibels zwaarder dan dat van mijn andere ukjes.

Dialect

Zodra het tweede been uit bed geraakt was en we richtig keuken trokken, was het meteen duidelijk wie er opeens de baas was, en dat zonder dat er strepen gezet waren. Of waren mijn kadollekes zo onder de indruk van die zware ronker met zijn reuzenhoofd dat ze er nog niet aan dachten hun territorium te verdedigen? In elk geval, hij deed niets naar mijn snoezels en zij meden hem in een grote boog, maar zaten dan wel op twee meter afstand van elkaar nieuwsgierig te kijken. Als ik s’avonds in de zetel kroop en naar aloude gewoonte direct vergezeld werd van streep en witje, kwam hij er gewoon naast zitten… en dat mocht… heel speciaal. Hij rolde zich dan in een gelukzalig knotterend worstje met een vertelgeluid dat het midden hield tussen mrawumruf en knrrperrt… ja ik begreep zijn dialect toen nog niet helemaal.

“Hij rolde zich dan in een gelukzalig knotterend worstje met een vertelgeluid dat het midden hield tussen mrawumruf en knrrperrt…”

Geneesslaapje

Na twee dagen leek het of we altijd al met vier geleefd hadden en Robin was helemaal opgefleurd. Mijn tanteke kwam eens kijken en zij herkende haar deurstopper bijna niet meer. Hij was duidelijk gelukkig. Het enige waar ik problemen mee ging krijgen, was het feit dat hij, nu hij aan de beterhand was, weer zin kreeg om eens op pad te trekken. Dat gaf hij duidelijk aan door dat luidkeels te verkondigen tegen het raam terwijl hij de hor te lijf ging. Maar momenteel duurde dat amper een kwartiertje en dan ging hij zich terug ergens nestelen om een geneesslaapje te doen.

En toen, een dikke week later, wanneer iedereen zijn draai had gevonden, toen mijn driekoppige mannelijke harem op een kluitje in de zetel sliep, ging de telefoon. Het was de dierenarts en hij had helemaal geen goed nieuws. Of ik meteen kon komen, want Robins bloeduitslag was binnen en die zag er helemaal niet goed uit. De tranen sprongen me al meteen in de ogen. Dit kon toch niet waar zijn? Al zijn andere tests waren goed en hij was helemaal bekomen, dat zag een blinde.

Dus plukte ik al wenend Robin van zijn hoekje van het bed, waar hij ondertussen weer lag te slapen. Hij bekeek me met grote verwonderde oogjes, maar liet me begaan en we reden naar de dokter.

Medicamentencocktail

Daar aangekomen schrok de dokter toen hij Robin zag; ‘een heel andere kat, hij is duidelijk heel gelukkig nu. En zijn wit schittert bijna… en zeggen dat hij bijna geel zag vorige week.’ Maar toen viel het verdict, Robinnekes bloed bleek vol kanker te zitten en hij had poezenaids. Mijn hart brak. Waarschijnlijk had de medicamentencocktail hem een enorme boost gegeven, maar dat zou van erg korte aard zijn. Meer dan enkele maanden had hij niet meer te leven, en hij zou ondanks medicatie ook nog eens een pijnlijke dood sterven. Om nog te zwijgen over het aanwezige gevaar voor mijn andere katten.

Huilend vertelde ik aan de dokter dat ze zelfs niet een keer gevochten hadden. Er is zelfs geen scheve poot uitgestoken tussen de drie katers en dit terwij Robin toch een zwaar buitenleven gewoon was. Toch vond de dokter dat er maar een ding opzat… Binnen enkele pillen zou hij terug vervallen naar af. Die lieve arme Robin keek me zo vol vertrouwen aan toen hij een overdosis slaapspuitje in zijn billen kreeg. Die schat dacht vast dat hij weer een heel stuk beter zou wakker worden, net als de vorige keer. Haast meteen verslapte hij in mijn armen om nooit meer wakker te worden. Gezien zijn ziekte was het aangeraden dat ik hem niet meenam om zelf te begraven zoals ik anders altijd al gedaan had met mijn overleden vriendjes, hij moest verast worden, helaas. Dus voor de eerste keer in mijn leven heb ik ook nog een dier achtergelaten bij de dierenarts. Het was de eerste keer dat ik een kat liet euthanaseren die niet van ouderdom aan zijn laatste momenten was. Als een wrak ben ik naar huis gereden met een lege mand.

Uniek

Thuisgekomen werd ik verwonderd bekeken door mijn andere troetels waar ik meteen mijn hoofd in begroef. Nachten heb ik liggen piekeren. Het was de eerste keer dat ik een dier heb laten euthanaseren dat na een erge ziekteperiode er ogenschijnlijk bovenop kwam en dat voelde erg bitter. De enige schrale troost was dat zijn laatste levensweek dan toch een gelukkige geweest is.

Ik hoop dat hij het me kan vergeven, en ik hoop dat ik het mezelf ooit vergeef, maar vergeten zal ik hem nooit. Hij was echt uniek.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *