Punkie

Ik voelde het poesje haast niet doorheen de knoken. Ongelooflijk toch hoe sommige mensen gewoon op reis kunnen vertrekken zonder zich om hun dieren te bekommeren. Of, was het een afgezet diertje, of verloren gelopen? In elk geval, verwaarloosd was het wel, daarvoor hoefde je geen dokter te zijn om dat op te merken. Het arme ding zat bibberend in onder de sneeuwbollenboom, waar ik zacht pratend naartoe geslopen was. De pels was stug, wat helemaal geen goed teken was.

Sneeuwbollenboom

Column PunkieToch was ik niet van plan mijn kattenmoederinstinkt zomaar aan de kant te schuiven, dus trok ik naar de garage en kieperde daar een doos uit waar de kranten in bewaard werden. Daarna zocht ik een grote malse vod in de propere voddenmand en vond er een in een versleten sponsen hoeslaken. Met mijn handen vormde ik een mals bedje en zetten het klaar in de keuken. In de badkamer zocht ik babyshampoo uit en in de berging enkele schoonmaakhanddoeken die klaargelegd werden op het aanrecht. Daarna trok ik met zo een versleten handdoek achter de rug, weer richting sneeuwbollenboom.

Smurrie

Het ukje lag er nog. Bekeek me met even grote ogen als daarvoor maar liet me toch begaan toen ik het zacht pratend opschepte en ermee naar de keuken wandelde. Het poesje voelde alsof het de levensmoed al half opgegeven had, een luis kroop als bewijs. Ik besloot het arme ding te wassen, dan was die smurrie alvast uit de pels, want dat kon in de verste verte niet gezond zijn. Nadien kon er dan een pipet ontluizer tussen de schoudertjes genepen worden, dan was dat ook meteen een gedaan werk. Ik liet warmlauw water uit de kraan lopen tot er een vijf cm in de gootsteen stond, nam vervolgens het poesje onder de oksels met mijn ene hand, schepte met een kommetje water op en liet dat, onderwijl steeds zacht pratende tegen het nu stilaan paniekerig worden hummeltje, over zijn pels lopen. Eigenlijk had ik wel meer weerstand verwacht.

Tobiasje kwam eens kijken wat al dat rumoer in zijn keuken betekende, maar maakte zich snel uit de voeten toen hij de vreemde miauw van zijn aanrecht hoorde komen. De poes werd ingezeept en met het kommetje weer afgespoeld. Mijn handen voelde dat het geen gewone huis-en-tuin-vuiligheid betrof. Normaal gezien zou het plakkende met één diepgezeepte handeling moeten verdwijnen als het grond en grut betrof. Dus zeepte ik de arme drommel nog eens in en liet hem het hele gebeuren nogmaals ondergaan. Buiten zwaar protestgemiauw en een paar schrammen, diende er naderhand enkel gedweild te worden. Na de tweede wasbeurt was het tijd voor de grote spoelbeurt. Om alle zeep uit de pels te krijgen was het veel handiger de poes carement onder de kraan te steken, dan met een kommetje tig maal te overgieten, en dus zo gebeurde…

“Het beestje bibberde, meer van ‘den trac’ zoals wij dat zeggen, dan van de koude…”

Poezenpels

Met een stevige bovengreep hield ik het knokige miauwerke vast en liet het handwarme water ruim alle zeepresten wegspoelen. Het beestje bibberde, meer van ‘den trac’ zoals wij dat zeggen, dan van de koude. Als eerste afdroogargument, nam ik een eerste grote handdoek en draaide die er omheen. Aangezien poezenpels werkt als een echte spons duurde het maar enkele tellen voor die handdoek doorweekt was, en dus haalden we de handdoek er af en namen een tweede. Dit gebeurde drie maal voor ik Punkie, want zo hand ik het hummeltje tijdens de wasbeurt gedoopt, in een grote badhanddoek draaide en ermee op de bank ging zitten.

Zo hebben we daar een klein half uurtje gezeten, wijl mijn twee kabouters het uiteindelijk aandurfden de vreemdeling voorzichtig te komen bekijken en besnuffelen, zij het op de maximale afstand. De vreemde geur was grotendeels verdreven door de wasbeurt met bekende geuren. En het protesterende verwittigingsgegrol was dan ook al van een veel minder expliciet niveau.

Bibberen

Later nam ik een kleine handdoek en roffelde die langsheen de pels, het poesje was nu voor tachtig percent droog, zij het met een punkig uitzicht. Ik besloot zijn vers bedje aan de verwarming te zetten omdat hij toch maar geen kou zou vatten. Maar dat was buiten Jasper gerekend, die zo een nieuw bed ook wel zag zitten. Of was het omdat hij het doorhad dat deze nieuweling hier blijkbaar zou blijven? Onderwijl was de gewassen nieuweling gestopt met bibberen, klaarblijkelijk voelde hij zich redelijk gerustgesteld.
Ik plaatste een bordje Brekkies naast Jaspers bed, waar ik Punkie dan maar naast gezet heb en keek toe of mijn grote puberpoezen het sukkeltje wel een beetje speling gaven.

Verzorgingsinstinct

Punkie at een paar brokjes, trippelde daarna helemaal uit zichzelf naar de kattenbak en ging na enkele uurtjes rondstruinen en snuffelen tenslotte i een van de bedjes aan de verwarming, een tukje doen. Ondertussen was er een vriend van me toegekomen. Normaal zouden wij een stukje gaan eten zijn, tenminste, dat was de planning, maar ik had afgebeld wegens deze nieuwe poesperikelen. Nieuwsgierig én dierenvriend als hij is, verwonderde het mij dan ook niet hem aan de voordeur te vinden. Hij was meteen onder de indruk van het poesje. Omdat het zo rustig leek, er zo Punkie uitzag, hem met grote onschuldige ogen bekeek en zo mager was. Je moet weten dat de gemiddelde volwassen kat bij ons toch zeven kilo weegt, dus van doorstekende botjes is dan geen sprake. Tegen dat de klok halftwee in de ochtend sloeg was ik genoodzaakt een einde aan dit bezoek te maken. Mijn ogen vielen haast dicht, maar mijn vriend… hij raakte niet naar huis. Aangezien enkele weken tevoren zijn hond gestorven was aan ouderdomssuiker, voelde hij zich vast nog meer verbonden met het tere ding dat daar met grote kijkers over de rand van een veel te grote mand lag te kijken. Zijn verzorgingsinstinct kwam boven.

Dus, heb ik maar een diepvriespotje met Brekkies gevuld, mijn Tobiasjes babykattenbak uit de berging genomen evenals een reserve zak kattengrind en mijn kleinste wandelmandje klaargemaakt voor transport.

Nieuwe vriend

Die grote man op zijn knieën naast dat klein verneuteld poesje, het was vertederend om te zien. Rond kwart voor twee zijn ze samen naar huis gereden. Ik hield er een warm gevoel aan over, hij een poesje en een nieuwe vriend, het poesje een nieuwe thuis, om nog te zwijgen over het geruste gevoel dat mij bekroop dat dit beestje een goeie stal gevonden had. Ik was vooral blij dat die goede thuis zo snel gevonden was, want drie poezen op mijn relatief kleine woonoppervlakte, is niet echt de bedoeling, maar…, zoals dat gaat, ‘wat moet dat moet’ zeg ik altijd. Gelukkig valt er soms toch een geluk bij een ongeluk en Punkie weet nog niet half hoe gelukkig hij is, in mijn tuin beland te zijn.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *