Mijn tiental

Katten zijn gewoontedieren, zegt men. Ik vind daar veel waarheid in zitten, behalve als het gaat om slaapplaatsen. Daarin zijn katten eigenzinnig en onnavolgbaar. Denk je ze een plezier te doen met een schapenvachtmandje, dan gebruiken ze die voor totaal andere doeleinden, namelijk er in plassen. En als je alle mandjes weghaalt, willen ze zich opeens toch in die mandjes, die bij de vuile was liggen, verpozen.
Maar ik zie meer vaste gewoontes dan onverwachte dingen.
Nu ik niet opvang, is mijn kattenschare fors gereduceerd, maar ik heb er toch nog tien en ik vermoed dat zich dat nog wel weer tot een dozijn gaat uitbreiden. Dat is mijn gewoonte: veel katten om me heen.

Vriendinnen

Column Mijn tientalMijn tiental heeft elk zijn eigen gewoonte. Zo hebben Toukie en Rosa besloten dat ze vriendinnen zijn, door dik en dun. Ze brengen hun dagen bij voorkeur liggend op mijn bed door, af en toe beneden komend om te kijken of er iets te eten valt. Toukie, die ontzettend schuw was, is totaal ontdooid, al weten bezoekers vaak nog niet van haar bestaan – dan is ze als altijd onvindbaar. Ik kan Toukie aaien en tegenwoordig slaapt ze zelfs in mijn knieholtes, mits ik eerst tegen haar praat zonder haar aan te kijken. Toukie houdt niet zo van de rechtstreekse benadering.

Rosa heeft de gewoonte om exact om de dag een enorme haarbal te produceren, waarvan sommige ware kunstwerkjes zijn. Het vervelende voor mij is dat ze die dingen bij voorkeur uitspuugt op een net gedweilde vloer of over iets heen wat mij dierbaar is. Altijd weer kost het me schoonmaakwerk om haar haarballen, die je beter haarsigaren kunt noemen, op te ruimen.
Rosa moet ook altijd met haar pluimstaart wiebelen als ze loopt, alsof er stroomstootjes doorheen jagen. Dat is iets wat alleen zij doet. ’s Ochtends word ik bijna stikkend wakker omdat ze haar reusachtige lijf tegen mijn gezicht heeft gelegd en lawaaiig spint. Mijn privé-wekker, die zich niet uit laat zetten.

Yoghurt

Iffix mag altijd mijn schaaltje yoghurt uitlikken en hij weet precies wanner dat moment daar is. Zodra ik begin aan mijn toetje, komt Iffix naast me zitten en kijkt me strak aan. Als de bodem nadert, wat hij hoort aan het schrapen van de lepel, zet hij zijn voorpootje op mijn arm en begint zijn kop naar voren te buigen, klaar voor de aanval. Een simpel ‘nee’ doet hem heel even teruggaan naar zijn oude positie, maar bij elke schraap van de lepel komt het pootje verder op mijn arm. En zodra ik ‘toe maar’ zeg, valt hij aan en wast het schaaltje smetteloos schoon.

Drinken

Apollo, mijn Canarie-Piet, wil altijd uit de kraan drinken. Maar de straal moet precies goed zijn, dus probeert hij dat eerst met een pootje voor elkaar te krijgen. Als dat niet lukt, wringt hij zich in 1000 bochten om het toch te krijgen zoals hij het zich voorstelt. Het fijnst voor hem is als ook ik uit de kraan drink, want dan wordt de straal mooi verdeeld. We lurken dan ook altijd gebroederlijk samen uit de kraan en als ik te veel in de weg zit, schuift Apollo mij met zijn machtige poot voorzichtig opzij. Zo’n stoere kater, die zo omzichtig voor zichzelf opkomt, dat heeft iets heel vertederends.

Tandenpoetsen

Luna woont weer in de badkamer en slaapt in de wasbak. Met haar heb ik het ritueel van tanden poetsen. Ik heb allang afgeleerd mijn tanden in mijn blootje te poetsen, want Luna vindt dit hèt moment om zich in mijn hals te vleien en af te lebberen, waarbij ze haar voorpoten pompend in mijn schouder zet. Ik zorg dus altijd voor beschermende kleding tijdens het tandenpoetsen, om te voorkomen dat mijn schouder lek geprikt wordt.

Conflict

Claire, alias Madame Furie, is er als de kippen bij als er een conflict tussen Luna en Apollo dreigt. Hoe diep ze ook slaapt, ze is wakker en alert, klaar om mee te strijden. Claire komt altijd als ik op de bank lig, in mijn armholte liggen, met haar voorpoot gestrekt tegen mijn gezicht aan. Nu ik weet dat haar voorpoten ontklauwd zijn, jaagt dat zachte voetje me geen angst aan – in tegendeel, het roept diep medelijden op. Ik hou haar vast en zij geniet spinnend van haar eigen plekje.

Alleen als zij zo ligt, mogen er ook anderen bij me komen liggen. Dan mag Apollo bij mijn voeten liggen, Giva op de rugleuning van de bank, en de kleintjes Oxa, Iffix en Lorelei mogen overal tussendoor kruipen.

“We lurken dan ook altijd gebroederlijk samen uit de kraan en als ik te veel in de weg zit, schuift Apollo mij met zijn machtige poot voorzichtig opzij…”

Ongecompliceerd

Lorelei is de vrolijkste van het hele stel; zij speelt en rent door de kamer, en weet vaak van blijdschap niet hoe gek ze moet doen. Zij heeft een geweldige voorbeeldfunctie voor Iffix, die heel voorzichtig mee gaat spelen en af en toe zelfs een sprintje achter haar aantrekt. Lorelei is ongecompliceerd en merkt het niet eens als Apollo haar hautain aan de kant wil vegen; ze krult zich spelend om zijn poot en maakt er een leuk spel van. Apollo gaat dan maar even tv kijken en ondergaat de behandeling verder lijdzaam.

Schootkat

Oxa is het schootkatje, dat constant niet lekker blijft. Zij groeit niet, en zij speelt niet. Ze rochelt, maar ze is verder niet ziek, dus toen de kuurtjes niet hielpen, heb ik het maar zo gelaten. Als mijn schoot moeilijk te benaderen is, kijkt ze me net zo lang strak aan tot ik ruimte maak zodat zij er kan liggen. Maar zij ligt ook graag bij Giva, die zich ingebeeld heeft dat ze de moeder van Oxa en Iffix is, en ze de hele dag door roept om ze te wassen en te zogen. Nu Lorelei met haar speelse buien door het huis rent, komt Giva’s speelse kant ook weer terug en af en toe verwaardigt ze zich om mee te racen, mits haar kinderen haar niet nodig hebben.

Bokser

Viola met haar stompe staart wandelt altijd door de kamer als ze denkt dat Luna veilig boven is. Sinds een paar weken komt Viola op schoot en ook daarvoor heb ik beschermende kleding nodig, want haar nagels gaan dwars door alles heen als ze liefdevol op mijn schoot pompt en kopstoten geeft. Gewoon kopjes geven kent zij niet; ze deelt ze als een bokser uit, bij voorkeur als ik met een secuur werkje bezig ben. Al mijn kromme lijnen zijn te danken aan het heerlijke Viooltje. Zij speelt ’s avonds uitbundig met een pauwenveer, het enige speelgoed dat haar kan boeien. En zij schooit. Viola is nooit uitgegeten en is er als de kippen bij om te proberen mee te eten van mijn bord.

En zo kan ik over elke kat nog wel een heel verhaal vertellen, want dit tiental is mijn dier-bare schare en ik ken ze door en door. Dat kan ook niet anders; ze zitten alle tien diep in mijn hart.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *