Kleine wasjes, grote malheuren

Column Kleine wasjes, grote malheurenVandaag voelde ik mij een bijna moordenaar, een lompe kluns, een cavewoman, een slechte moeder en een dikke blunderaarster. Al had ik die dag dan schrikwekkend nieuws te horen gekregen en weet ik als geen ander dat ik dan beter uit de buurt van alles wat op elektriciteit draait kan blijven, dat mag in geen geval tellen als verzachtende omstandigheid door wat ik een ander levend wezen aandoe in een vlaag van verweesdheid. Toch bleek ik – tegen beter weten in – op automatische piloot, met mijn gedachten elders, mijn wasmachine te vullen. Nu staat niemand te popelen om de details van een huishouden af te werken als het leed treft, maar soms is het een manier om de gedachten als het ware te verzetten in de hoop dat oplaaiende huilbuien met een mindere frequentie voorkomen. Helaas is de alertheid voor dagdagelijkse kleinigheden dan bewijsbaar minder alert.

Vreemd geluid

Toen mijn trommel gevuld was, smakte ik de deur dicht, tikte het gewilde programma in en duwde op de startknop om me daarna naar de huiskamer te begeven om gaan na te denken. Gelukkig leven wij hier samen met een hechte familie bezorgde huisgenoten en het duurde dan ook niet lang voor ik een vreemd geluid ontwaarde. Jasper kwam tegen mijn been duwen en slaakte vreemde geluiden uit en was duidelijk van plan mij mee naar de keuken te lokken. Toen hoorde ik het ook, net of er in de verte een poes in nood zat en een ander vreemd geluid dat niet meteen zijn oorsprong vond. Opeens wist ik het en vloog in volle paniek naar de wasmachine om daar mijn kleine Felixje voor de raam te zien draaien.

Zoeteke

Een immense kreet ontschoot mijn keel en ik stampte aan de deur rukkende, de stopknop in. Mijn kleine schatje was helemaal overstuur, doornat en terecht aan het huilen. Mijn hart bonsde in mijn keel en die verdomde deur wou maar geen klikopen geven. In paniek duwde ik met alle macht die ik in me had er tegen. Onderwijl sprak ik sussend overstuur tegen hem: ‘nog eventjes lieveke, die rotdeur moet nog enkele seconden denken voor het veiligheidsslot opengaat. Och zoeteke… bieke toch… Felixje… lomp stout moeke.’

Zijn door en doornatte pootjes fietsten ondertussen paniekerig tegen de binnenkant van de trommel en zijn grote schrikoogjes riepen ‘HELLUP!’ en die ***klotedeur wilde maar niet opengaan. Verwoedt draaide ik aan de knoppen en na wat een eeuwigheid leek te duren, hoorde ik uiteindelijk de verlossende klik. Met grote paniekoogjes kleefde mijn lieverdje tegen dat raam en toen ik de deur openrukte, sprong hij bibberend, miauwend en drijfnat recht in mijn armen waar ik hem dicht tegen me aanhield.

Frontale kwabverstuiking

Met de bibbers op het lijf, het hart in de keel, een bijna frontale kwabverstuiking van schulderkennig-en-tekort-schieten en een onbeschrijflijk walggevoel betreffende mezelf, probeerde ik hem te kalmeren. Ondertussen doodongerust over het feit hoeveel zeepwater mijn smurfje binnengekregen had en hoelang hij meedraaide en hoe traumatisch de gevolgen konden zijn voor zijn prille leventje en gezondheid. Dat kan gelukkig niet zo lang geweest zijn, want mijn machine heeft enkele minuten nodig voor ze op gang komt en voor de zeep toegevoegd wordt. Maar rationeel denken is er niet echt bij op zo’n moment en het vreemde bonkgeluid met paniekmiauw en die grote gouden schrikoogjes zal me vast heel mijn leven voor de ogen blijven.

Toen ik een derde handdoek rond mijn Felixje zijn lichaampje draaide, wilde hij weg. Ik geef toe dat hij die dag danig gestalkt werd door mij, doodongerust om zijn lichamelijke toestand. Maar eigenaardig genoeg heeft hij zelfs niet overgegeven, bleek hij kerieus genoeg niet ongezond te zijn, enkel op een eenmalig en klein nastressdiareeke na en liep hij na een grote wasbeurt doodleuk naar zijn bordje. Zelf bleek ik er slechter aan toe, bijna mijn kleinste spruit vermoord zeg, en dat terwijl ik alles voor mijn snoesjes overheb. Dat vergeef ik mezelf nooit.

“Het vreemde bonkgeluid met paniekmiauw en die grote gouden schrikoogjes zal me vast heel mijn leven voor de ogen blijven…”

Poesvrij

Helaas een bewijs dat wanneer een mens slecht nieuws ontvangt hij dingen doet en laat, waar anders geen sprake van is. Omdat ik al gemerkt had dat Felix in de wasmachine durfde te kruipen om zoals een hamster rondjes te gaan lopen, heb ik normaal de gewoonte om voor ik mijn machine vul, me er eerst van te vergewissen dat de trommel poesvrij is. Helaas die dag niet.
Toen ik later mijn was verder wilde afdraaien, heb ik wel tien keer gecheckt dat er niemand in zat, en zelfs toen de trommel reeds draaide ben ik nog enkele keren, puur van ongerustheid weer gaan kijken. Dit wil ik nooit meer meemaken.

En of Felixje nu geleerd heeft dat wastrommels gevaarlijk zouden zijn??? Neen dus, ’s anderdaags zat hij er al weer in, ongelooflijk. Maar een ding is zeker, NOOIT of nooit gaat die deur nog dicht zonder dubbelcheck. En als er negatief nieuws binnenloopt, blijf ik vanaf heden zelfs uit de buurt van een strijkijzer en een kookplaat. Vriendlief zal zich dan tevreden moeten stellen met een pak friet of uit gaan eten. Maar toen hij thuiskwam en ik helaas eerst slecht nieuws moest vertellen en daarna roodbeschaamd mijn verhaal deed, was hij helemaal niet boos, enkel zwaar ongerust over ieders mentale toestand en die was nog steeds niet je dat (bij mij dan).

Felixje kwam zijn grote vriend, lief als altijd gedag zeggen en moest hij niet naar Dash geroken hebben, niemand had het aan hem gemerkt. Als mijn kleine spruit – met rede – zou besloten hebben mij voor de rest van zijn dagen totaal links te laten liggen, had ik hem overschot van gelijk gegeven, maar raar maar waar, zijn vriendschap naar mij toe is niets veranderd. Meer nog, enkele uren later, toen we ons in de zetel nestelden, kwam hij er lekker bij gekropen op mijn borst met zijn pootjes naast mijn nek om mijn kin te wassen. Wat een lieverdje toch… en dat terwijl ik door onachtzaamheid hem bijna vermoord had. Brrr.

Ondertussen hebben vriendlief en ik besloten om een lijst te maken met wanhopige maatregelen voor desastreuze momenten, al hopen we krampachtig dat we die nooit nodig zullen hebben.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *