Halfwasjes en hormonen

Er was eens een lief klein gestreept kattinnetje dat in de fleur van haar leven, een beetje man begon te worden. Niettegenstaande haar uitermate supervrouwelijke puppyuiterlijk en het echte kindjesvlees inclusief papbuik, bleek zij dus, tot onze grote verbazing, een stel knikkers te ontwikkelen, daar waar meisjes ze niet behoren te hebben.

Zweem mannelijkheid

Column Halfwasjes en hormonenWij maakten ons zorgen, dachten eerst aan een of ander gezwel. Want ons Mystieke was in onze ogen een echt meisje. Ze liep als een meisje, mieuwde als een meisje en zwierde wulps met haar pluchen kontje wanneer ze parmantig kwam voorbij geparadeerd… ja als een meisje dus. U begrijpt onze verbazing dus wel, die dag dat er een zweem mannelijkheid te bezichtigen viel aan haar vrouwelijke achterkant. Dus besloot ik dat zaakje eens aan een deftig onderzoek te onderwerpen.

Er bleek in elk geval geen twijfel mogelijk. Ons Mystieke, onze schat met bles voor de ogen, was een mannetje. Mijn vriend bleek daar nog steeds niet helemaal van overtuigd. ‘Een halfwasje,’ zo sprak hij, ‘is nog in ontwikkeling. Alles zal wel netjes op zijn plaats komen met den tijd.’ Hij had er goede hoop op.

Wiedeweerga

Tot de dag onze lieve kleine meid boven op de traphal betrapt werd, in een wel erg onkuise houding met een pasgewassen, door haar aangeslagen lievelingstrui van de man in huis, nu dus in eigendom van de vrouw des huizes, zijnde mij dus.
Ik hoorde een kreet, repte mij als de wiedeweerga naar boven en vond daar een half in shock zittende man die met dwaze blik naar zijn en mijn lievelingstrui staarde. Hij was gezeten naast een halfwasje dat uitermate erg trots en zo bezig was met door oerinstinct ingegeven praktijken, zodat hij/zij er duidelijk geen behoefte aan had, zich door gelijk wie of gelijk wat te laten onderbreken in de nadrukkelijke en expliciete bezigheden.

“Net op dat ogenblik viel ons Mistyke uitgeput en leeggeregend onder een luide buikmiauw langszij en begon zich vervolgens hevig te wassen…”

Buikmiauw

Grinnikend zag ik het schouwspel aan en schoot me daar zo in de lach dat ik er effenaf even moest bij gaan zitten. Dit was ook nieuw voor mij.

Net op dat ogenblik viel ons Mistyke uitgeput en leeggeregend onder een luide buikmiauw langszij en begon zich vervolgens hevig te wassen. Daarna richtte zij/hij (het was echt wennen) zich op en wandelde ons, met de staart in de lucht, triomfantelijk voorbij, de trui op een miezerig hoopje achterlatend. Mijn vriend was er het hart van in. Ik deed ondertussen erg mijn best mijn medeleven onder controle te houden, maar had de lach in mijn keel die er dan ook, na een weerloze blik van hem naar mij gericht, bulderend uitvloog.

‘Allé, dat kunt ge nu toch aan geen mens vertellen hè’, sprak hij teleurstellend uit. Met een zwierige zwaai sloeg ik mijn arm om hem heen. Hij was er echt van onder de voet. ‘Ik kan die trui nu nooit meer dragen’ zuchtte hij diep, ‘en jij ook niet, want ik ga steeds dit Pabo-tafereel voor ogen zien.’ Grijnzend trachtte ik hem te troosten, zei dat die trui met wassen zo goed als nieuw was, maar kon toch ook het Misty-rijdende beeld niet van mijn netvlies branden.

Ik wist nu al dat, als hij die trui nog ooit zou dragen, al was hij nog tien keer gewassen en desnoods afgekookt, we steeds Misty zouden zien rijden. De lach ontschoot me weer. Mij kennende, zou ik er vast steeds een of andere dolle opmerking over maken.

Oud en beu

‘Weet je’, sprak ik liefjes, ‘we zullen die trui gewoon aan de kat laten, en dan krijg jij gewoon van mij een nieuwe lievelingstrui die ik dan van je kan afsnoepen.’ Hij bekeek me adorabel en getergd. Het deed zeer, afscheid nemen van een oude tricot vriend, maar er zat niets anders op. Een aandoenlijk tafereel.

In mijn duivelse brein ontsproot een ondeugende plan en ik sloeg een gewaagde en stoute weg in. Opeens had ik ‘de’ ultieme manier gevonden om plaats in de kleerkast te maken tussen oude en beu geziene kleren. Dankzij Misty gebruikte ik een erg originele manier om eens een paar oude kledingstukken uit mijn schatjes garderobe te verwijderen. Tenslotte had ik niets meer te doen dan ze schijn per ongeluk, versgewassen in Mystiekes zicht en bereik te leggen.

Een duivelse lachmiauw vulde het trappenhuis: “Hahahaha”.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *