Bom-vol

Alle poezen hadden rond maart de voortplantingsdrift gevoeld en gehoor gegeven aan de roep van hun natuur. De zware klus van talloze malen gedekt worden door katers en vervolgens na 9 weken zwangerschap hun kleintjes op de wereld te zetten, werd door veel te veel poezen geklaard. Het was dan ook vol bij ons, bomvol met alleenstaande moeders en met weeskittens.

Oprah en Quinta

Column Bom-volOprah kwam op moederdag binnen. Ze was in een portiek op het beton aan het bevallen toen ze door de dierenambulance werd opgehaald. Ze was door de vindster in een piepklein doosje gezet, samen met haar pasgeboren kitten. Bij ons aangekomen, lag er een tweede kitten in het doosje. Oprah kreeg een ruime bench en beviel uren later van haar derde en laatste kitten. Ze had mij er niet bij nodig, kon het helemaal zelf.
Ook Quinta kon het zelf; een lieve poes die een zolderkamer uitgekozen had om daar haar drie kleintjes op de wereld te zetten. Ze werd pas na een aantal dagen ontdekt en arriveerde met kleintjes bij mij. Ook zij deed het allemaal alleen in haar bench; de kleintjes gedijden goed en Quinta was aanhankelijk en lief.

Ranya en Sarah

In dezelfde week arriveerde Ranya. Nooit eerder hadden we een zo rustige, lieve maar uitgeputte poes gezien. Ze lag stil in een mandje met een pootje beschermend over haar vijf kittens. Men had haar na een korte vakantie onder een caravan gevonden; één kitten was dood, maar Ranya hield het wel bij zich. Ze kon niet meer lopen of staan, de kittens hadden grote schommelingen in hun gewicht, dus haar voeding was niet optimaal. Ranya kreeg krachtvoer en heel veel extra zorg en gaf bij elk beetje voer een dankbaar kopje. Ik wilde het zwaarste kitten flessen, zodat de kleineren meer kans hadden, maar Ranya was het daar niet mee eens: zij deed het zelf.

En op diezelfde dag arriveerde ook nog wilde Sarah, die door voorbijgangers in een park was ontdekt terwijl ze aan het bevallen was. De dierenambulance werd gewaarschuwd en probeerde haar te vangen, maar ze werd panisch. De mensen konden niet anders dan telkens een kitten weghalen en wachten tot Sarah uitgebaard was. Dat was na zes kittens het geval en de truc werkte: ze wilde naar haar kittens, die al opgesloten waren. De kleintjes van Sarah heb ik niet eens mogen wegen, zo boos was ze op onze inbreuk op haar vrije leven.

Jeske

Al deze BOM-moeders arriveerden binnen een week, en er kwamen ook nog talloze moederloze kleintjes binnen. Na die week waren er 70 katjes in huis, variërend van oudere poezen tot eendagskittens. Om alle kleintjes zo goed mogelijke kansen te geven, legde ik kittentjes bij de moeders. Jeske, die moeizaam vier kittens op de wereld had gezet, keek me minachtend aan. De boodschap was duidelijk: opzouten met nog meer van dat grut! Toch heb ik wel een kleintje bij haar gelegd; ik moest wel. Sarah was helemaal niet bereid om mee te werken en ik vond ook wel dat zij genoeg had aan haar zestal. Dus legde ik de andere kittens her en der bij de moederpoezen. Op zeker moment had Oprah drie verschillende pleegkittens.

“Ik fleste alle kittens van de overbelaste moeders bij. Dat betekende 27 flesjes, elke zes uur, dag en nacht…”

27 flesjes

Natuurlijk kon dat niet zonder hulp, dus ik fleste alle kittens van de overbelaste moeders bij. Dat betekende 27 flesjes, elke zes uur, dag en nacht. Eigenlijk moest dat elke drie uur, maar dat was voor mij niet vol te houden; ook ik was moe van deze poezen- en kittenstroom die elke dag maar doorging. Soms hoopte ik stiekem op een moederpoes met weinig kleintjes, zodat ik weer wat kon schuiven met alle weesjes en een paar flesjes kon schrappen.

De kooien waren overvol met zogende moeders, dus ik moest de zelfstandige eters wel bij elkaar zetten, met het risico dat als er eentje ziek werd, ze allemaal ziek zouden worden. En dat gebeurde… Een pas binnengekomen ouder kitten begon te braken en overleed binnen 12 uur.

Ziekte en dood

Twee dagen later waren er veel kittens ziek en vielen er bij kleintjes spontaan gaten in rug of kopje. Anderen, al zelfstandig, kregen plotseling een enorm dikke poot en strompelden de kooi door. Daarnaast waren er kittens die van het ene op het andere moment begonnen te braken, in een razend tempo uitdroogden en overleden.

Het was afschuwelijk. Elke dag telde ik verliezen en keek wie mogelijk ziek werd. Ik telde kittens en zocht als ik er eentje miste. Soms vond ik het dier dood terug, soms helemaal niet want moederpoezen eten in de natuur een dood kitten vaak op om het nest niet te verraden. Op een ochtend vond ik een pleegkitten bij Ranya; het was dood en ze had zijn achterlijf opgegeten. Meer kon ze kennelijk niet op.

Streptokok

Alle gruwelen hebben we gehad in die weken. We stuurden vele kittens in naar Utrecht, maar kregen geen antwoord op onze noodkreten wat er aan de hand was. De kittens die naast alles ook nog eens een chlamydia-infectie in de ogen kregen, werden naar de dierenarts gebracht en geëuthanaseerd om verdere besmetting te voorkomen. Elke dag ontsmetten we alle kooien, de vloer, mandjes en krabpalen. Alle doekjes gingen in de was; de machine draaide de hele dag door. En niets hielp, totdat iemand me tipte dat de G-streptokok vermoedelijk medeverantwoordelijk was voor deze slachting. Na overleg met een dierenarts hebben we pillen gemalen en er een siroopje van gemaakt. Dit moest twee weken lang twee keer daags aan alle kittens worden gegeven. Ongeveer de helft heeft het gered, maar sommigen overleden later, bij een nieuwe baas, alsnog aan ziektes waarvan we niet wisten of ze met bij ons heersende ziektes te maken hadden.

Vleeswaren

Hard werden we, dat moest wel. Een juist overleden kitten werd in kranten gewikkeld en daarna in een plastic zakje in de vriezer gelegd. Na drie uur moest het vanuit de vriezer in de koelkast gelegd worden, en vlak voor vijf uur moesten ze in een doosje verpakt naar het postkantoor gebracht worden zodat ze de volgende dag ‘vers’ aankwamen in Utrecht. In plaats van de naam van het kitten moest ik op het doosje het woord ‘kadaver’ zetten. Het werd normaal om een ingepakt kitten naast de vleeswaren in de koelkast te leggen of om de staat van ontbinding te bekijken om te bezien of opsturen nog zin had.

Bom-moeders

Vaak heb ik mezelf verweten dat ik teveel dieren binnen had gehaald en daarmee de ziektekans te zeer vergroot heb. Maar als ik deze dieren geweigerd had, waren ze ook doodgegaan, maar dan zonder zorg, aandacht en liefde.
Inmiddels is de opvang dermate besmet dat opvangen er dit jaar niet in zit. Enerzijds vind ik dat niet erg; ik ben nog moe van alle narigheid en alle slaapgebrek van vorig jaar.
Maar ik moet niet denken aan al die bom-moeders die er nu alleen voor staan en die hun kittens zelf groot moeten zien te brengen. Die moeders die op straat zijn gezet toen ze zwanger bleken te zijn. Kittens die weggegooid zijn omdat er al een overschot bleek te zijn – iedereen had al een kitten.

Ook nu weer roepen de poezen om het hardst om bevrucht te mogen worden. Maar stiekem hoop ik dat ze als door een wonder allemaal steriel zijn geworden, zodat het in geen enkel asiel of opvang meer zo vol wordt dat ziekte niet te vermijden is.

Bom-vol met BOM-moeders – bewust ongehuwd, maar niet bewust zonder eigenaar. De roep van de natuur moet door de mens een halt toegeroepen worden, de roep moet eindelijk eens verstommen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *