Betrapt
Mijn lievelingsmens is zo een schatje. Na twee maand fervent zoeken naar mijn zelf verloren gelegde fotoapparaat, dat, echt waar in huis MOET zijn, kon hij het niet meer aanzien en trakteerde mij op een prachtig cadeau in mijn lievelingskleur. Diezelfde avond zal het dan ook niemand verwonderen dat ik mij, geketend aan mijn prachtig nieuwe fotoapparaat, in de meest bizarre posities kronkelde om mijn lievelingen op de gevoelige digitale plaat vast te leggen.
Kieken
Al straalde ik niet echt vertrouwen en waardigheid uit, mijn ijdelheid om het mooiste kiekje van de avond te trekken als spreekwoordelijke doopsessie, leek bij mijn pelsvriendjes enkel hun lust tot stoeien en het mij moeilijk maken, aan te wakkeren. Echt waar, ik had een heel regiment superfoto’s kunnen kieken die avond, ware het niet dat mijn ongewillige modellen ‘het’ steeds weer net uit mijn beeld deden. Maar ik was niet van plan het zomaar op te geven. Vlot slijmend aan hun adres, sloop ik nader bij de nieuwe kattentoren en hoopte dat de stoerheid in mijn kleine Felixje even zou willen wachten hem te laten weghuppen tot ik toch eens deftig afgedrukt had. Helaas wilde het maar niet lukken. Mijn prachtig blauwe speeltje gaf me steeds de boodschap: ‘er werd geen foto getrokken’. Op de bijsluiter stond nochtans dat het een erg gemakkelijk apparaat was qua bediening, met een hele rits leuke dingetjes en surplusjes als extra.
Glimlachherkenningsknopje
Met het olijke gezicht van mijn megamensje voor ogen, zocht ik uiteindelijk toch maar tussen de berg gebruiksaanwijzingen naar de Nederlandse versie en vond wat er schortte. Mijn machine had een glimlachherkenningsknopje dat ingedrukt stond. En aangezien mijn poezels wel graag poseren – vooral naast mijn gerichte lens dan – besefte ik gelukkig snel en met een onherroepelijk bevrijdende lachbui, dat ik de eerste kat die zijn tandjes bloot lacht nog moet ontmoeten. Snel stelde ik de ‘easy shot-knop’ in. Daarna waren we vertrokken… dacht ik.
Slangenmensgefriemel
Want dat was buiten het ondernemersoog van mijn kleinste spruit gerekend. In mijn gigantische huiskamer van zeven bij vier bleek hij zich opeens te ontpoppen tot een meester in de camouflagetechnieken, terwijl zijn witte buikje normaal toch erg zou moeten afsteken tegen mijn zwarte kast. Hoe hij het doet weet ik nog steeds niet, maar telkens ik hem na enig slangenmensgefriemel van mijn kant dan eindelijk in beeld had zoals ik het wou, veranderde hij van positie. ‘Easy shot’… jaandadde, of zou het dan toch aan het model liggen.
“In mijn gigantische huiskamer van zeven bij vier bleek hij zich opeens te ontpoppen tot een meester in de camouflagetechnieken…”
Jaspertjesfront
Dus besloot ik maar Felixjes foto uit te stellen en mij te concentreren op mijn senior. Maar ongeacht het feit dat hij me de hele tijd onwaarschijnlijk flink en flirtig had zitten bekijken vanachter drie tafelpoten, was ook hij op één tel uit het zicht verdwenen. Waar zat die sloeber nu weer opeens. Ik besloot hem te roepen: ‘Tobias, Tobiasjeuuuuhhhhh, SNOESSSSSSSSSSSjeuhhhhhhhhh…’ Geen beweging, nergens. Ook niet aan het Jaspertjesfront. Erger nog, die besloot gewoon om zich opgerold te verstoppen onder een deksel in de berging waar zelfs een slangenmens niet bij hem kon komen. En het laatste wat ik wou was afgaan als een gieter. Ik wilde aan mijn schat laten zien hoe goed ik zijn cadeau al onder de knie had met een foto die hem uit zijn schoenen zou blazen. Gelukkig kan ik vroeg of laat toch altijd rekenen op mijn druktemakertje als de nood hoog is.
Ineens registreerden mijn hersenen een gezellig belovend gescharrel in de richting van de keuken. Met Dexterassistentie aan mijn rechterflank, die fervent trachtte het koordje van mijn nieuwe speeltje te vangen, maar het vertikte om zich verder te laten fotograferen. Telkens als ik wilde afdrukken sprong hij naar me toe en drukte zijn snoet tegen de lens. Daar kwam dus ook niets van deze avond.
Schattenjacht
Samen slopen we zo richting keuken om achter het hoekje te piepen en zagen prutsmans verwoede pogingen doen om zijn brokkendoos te openen. Nu liet ik niets meer aan het toeval over en wachtte geduldig, in volledige stilte en mijn afdrukvinger in de aanslag. Voor één keer besloot ik Felixje niet meteen te berispen voor zijn inbreekdaad en hem rustig in de wijsheid te laten dat hij zijn schattenjacht smakkend zou beëindigen.
Mijn avondje als een cheeta rondsluipen ging heel dra zijn nut bewezen hebben, ik voelde de euforie al kriebelen. Dexter en ik verplaatsten amper nog lucht, zo muisstil zaten we daar. Het leek wel of hij de belangrijkheid van het komende moment begreep. Mijn liefste floeren samenzweerdertje, straks stond hem voor deze trouw iets lekkers te wachten.
Even later en even afgeleid door allemaal warme gedachten, lukte het me toch eindelijk mijn eerste deftige snapshot te trekken.