Poezennirvana

Ik ben Tobias en heb een schrijfdolle muze, dus pen ik mijn spectaculaire avonturen neer zoals ik ze zelf allemaal beleef in dit dagboek van een mieuwmachien.

Decadent

Cyperse kat TobiasIk bevind me in het poezennirvana. Speelgoedcreaties liggen hier op hopen. Niets is hier geschift. Tradities krijgen een nieuwe betekenis. Hier provoceren nieuwe impulsen. Wij katten, doen hier onze zin, lekker decadent en we schamen ons niet.
Hier geldt slechts één criterium, GENIETEN, en dat doen wij graag en zonder mate.

De mens wordt hier ultieme getest en herkweekt tot wij met onze genietende miauw toezeggen en hem rond onze poezelige voetjes gedraaid hebben.
Wij veroorzaken geen felle revoluties maar draaien er onze poot niet voor om sommige grenzen eens extra af te tasten.

Gemene buitenkatten noemen ons minachtend Outsiders, maar wij zijn de insiders. Heel duidelijk, laat dat duidelijk zijn. Wij zijn geëerde Koninklijke salontijgers en laat die dekselse buitenkatten maar zelf hun whiskas bijeenscharrelen, wij worden toch bediend.

Scharrelkatten

Ik noem een buitenkat, een echte buitenkat graag een scharrelkat. Omdat ze me doen denken aan die kippen van de buurman. Met geregeldheid waar je een klok op kunt afstemmen zie ik er dagelijks drie voorbijschuiven. Het enige voordeel dat zij hebben is dat ze met echte muizen mogen spelen. De onze zijn vals, namaak, flauwe afkooksels van het echte werk, maar wij zijn gelukkig. Trouwens, alle scharrelkatten zijn ruig en ik heb het niet op ruig. Behalve op dat mooi poezinnetje van hiernaast dat onder het keukenraam naar mij komt zitten kijken. Zij is lief, dus reken ik haar niet bij de echte scharrelkatten. Dat is ze trouwens ook niet.

Mensenslaaptijduur

Zij heeft enkel het privilege niet dat wij hebben. Steevast om elf uur in de avond wordt zij buitengebonjoerd. Haar mensen kunnen niet tegen een haartje op hun bed en dat ze om halfvier een serenade afsteekt om buiten een plasje te doen vinden ze al helemaal niets. Dus wordt ze op mensenslaaptijduur tijdens de zomermaanden buiten gezet.
Wij hebben dan een vensterafspraakje. Dat is het enige moment van de dag waarop ik soms wou dat ik de voordeur kon openen. Ik heb haar al gezegd dat ze met de bezoekpoes van de overburen moet meekomen, dan raakt ze hier binnen. Wij krijgen onze mens wel zover dat ze mag blijven zolang ze wil. Maar mijn broer Jasper is er op tegen. Hij zegt dat er enkel miserie kan komen als we een vrouw in huis halen. Ik geef hem ongelijk.

Jasper, mijn broer dus, was ooit ook buitenpoes. Maar werd tijdens zijn pubertijd ergens afgezet. Ons ‘afgezetselken’ noem ik hem soms plagend. Hij is niet echt ruig, eerder een heel klein beetje stoerder dan ik, maar dat weerleg ik in elke openbare discussie. Het is een aanvaard geheim tussen ons beiden dat stilzwijgend gehandhaafd wordt.
Wij wonen bij het beste poezenmoeke van gans het Groot Belgisch zuidelijk halfrond.

Vadsige Garfieldmodellen

Strenge veroordelingen zijn hier uit den boze. Enkel spelen is een must. Tenslotte hebben wij onze dagelijkse pootjeswagen in beweging te brengen. Zoniet zouden we vette vadsige Garfieldmodellen worden en, elke zichzelf respecterende pelspoes is trots op zijn lijn, zo is dat.

Ik ben een deugniet, een sjamfoeter, een sloeber en heel soms een heel klein beetje macho.

Alle kattenkwaad wordt met de mantel der liefde toegedekt. Alleen bij echt niet door de beugel kunnende zware ondeugende feiten, is het verdict van onze mens streng maar rechtvaardig, hier vallen nooit klappen.

In mijn huis, want ik ben de baas, de alfakat, heeft iedereen zijn zetel. De grootste zetel behoort onze mens toe. Daar mogen wij poezen braaf in liggen wezen, maar niet het poezenvarken in uithangen. We hebben getracht haar te herkweken op dat punt, doch het mocht helaas niet baten. We hebben wel elk een eigen fauteuil, in mooi zonnegeel, die strategisch voor een venster staat, zodat we niets hoeven te missen van de vogelpopulatie en andere buitenswaardigheden. Met dit tijdverdrijf slijten wij in feite toch ettelijke uren per dag.

Kat Capone

Rond zes uur ’s avonds worden we dan neusgewijs naar de keuken gelokt en reppen ons om ter eerst voor het mooiste plaatsje. Ons moeke maakt dan iets klaar voor onze hongerige buikjes. Tenslotte krijgt men honger van al die waaktoestanden nietwaar?

Mijn broer, waar ik wel ooit nog wel eens uitgebreid over zal vertellen heeft in zijn pubertijd trauma’s opgelopen in de boze wereld aan de buitenkant van de vensters. Met het gevolg dat hij mij altijd eerst laat voorproeven, wat ik trouwens tussen ons gezegd en gezwegen graag voor hem over heb. Hij is tenslotte mijn speelkameraad, mijn partner in crime en, heel soms, mijn slaafje.
Hoewel ik moet toegeven dat ik zijn voorproefmethode in het begin maar raar vond. Ik herinner me nog te denken dat hij een wegloper was van de Kat Capone Familie.

Ik weet het, ik ben gezegend met een mooie dosis fantasie, ik ben een deugniet, een sjamfoeter, een sloeber en heel soms een heel klein beetje macho. Maar echt de slechtste niet. Ik ben gewoon ik, een ooit echt katergeweeste, een streepjesvriend die toch zijn verrukkelijke zelf is gebleven. Eigenlijk ben ik gewoon kat.

Tot miauws,

Tobiasje

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *