Jubileummoment
Het was weer tijd voor een beetje uitbundige feestelijkheid in huize Luypaert, want je gelooft het nooit: dit is mijn zestigste column bij onze geliefde kattensite. (Ik lijk wel een columnmuskiet). Redenen op overschot om even een spreekwoordelijk bloemetje buiten te zetten met taart in een mix van feestgewoel en kittenkatbrokjes met zestig geldige redenen. Toch kon ik niet nalaten even stil te staan bij het roemrijke moment die stonde dat ik mijn zestigste deeltje inzond voor review. Dat deden we hier te Oost-Vlaanderen in feestelijke modus met een volle minuut non-versatie voor we aanvielen op al dat lekkers. Toch schrok ik een beetje van mezelf ook.
Toen ik destijds mijn proefje inzond, had ik nooit gedacht dit moment mee te mogen maken. Ook had ik nooit durven dromen dat er zoveel kattenverhaaltjes uit mijn pen zouden kunnen rollen… Of dat ik dat in me had en nu ik weet dat De Kattensite zelf ook al aan zijn negende jaar bezig is, wordt ik daar enkel nog gelukkiger van. Hoog tijd dus om er ‘nog nekeer goed in te vliegen’. Vandaag is het menens, zestig maanden gevuld met een kattenbelevenisverhaaltje is dan ook niet niks. Gelukkig voelen die zestig columns niet alsof ik letterlijk zestig kinderen gebaard zou hebben (de auteur slaakt een diepe zucht van opluchting).
Volgelingen
Deze heipaal geeft natuurlijk ook de hand aan het feit dat het ook tijd is om voor deze gelegenheid eens goed te gaan shoppen achter enkele delicate spulletjes die niemand echt nodig heeft en enkele stevige nieuwe etensbakjes voor de snoesjes. Tenslotte vieren wij hier allemaal een beetje mee, want zonder mijn volgelingen (humhum) zou ik nooit zo ver geraakt zijn.
Kattenhemelland
Deze dag werd in de namiddag dus ook heuglijk ingekleurd met een bezoekje aan onder andere kattenhemelland in een niet nader genoemde dierenspeciaalzaak om dit moment op te sieren. In dezelfde stonde nam ik mezelf ook voor om voor De Kattensite-columnuitdaging te blijven gaan en te streven naar hetzelfde zoals het nooit was… en beter dan ooit. Tenminste dat is wat ik zou willen. Of het lukt zal de toekomst uitwijzen.
Aardse lentekalender
Zaterdag 19 maart 2011- 13.24 uur: Een heuglijk moment
Buiten het feit dat moederlief op de voorziene uitgiftedatum, zijnde 21 maart 2011, ook een jaartje mocht bijtellen op haar aardse lentekalender was het zover, met een druk op de enterknop was mijn zestigste column nu echt wel een feit. Goedgemutst stapte ik een half uurtje later uit de douche, me enkel verwonderend over het feit dat ik godsziel alleen in de badkamer vertoefde, (wat nooit voorkomt dus.) Eerst vragend, dan smekend, dan roepend… lokkend en vervolgens huilde ik bijna om mijn ochtendritueel, maar niemand kwam… en dat nèt vandaag. Eerst een beetje getormenteerd maar al snel meer ongerust dan wat anders, sprong ik in mijn badjas om gaan te kijken waar mijn humpjes zaten. Van zodra ik de eetkamer binnenstrompelde, verstomden de poezen en andere conversaties. Die waren vast aan het konkelfoezen of honderduit aan het praten over mijn verrassingsgeschenk toen ik die gezelligheid brak door zomaar lomp binnen te komen. In feite had ik zelf beter moeten weten, Bigsnoes was ook al zo geheimzinnig geweest, vond ik.
Chopin in G klein
Met het tafereel voor ogen waarbij vier katers alle richtingen uitkeken terwijl ze de onschuldige sonate 4 van Chopin in G klein floten, terwijl vriendlief iets wegmoffelde en Felix iets verschrikkelijk onhandig onder zijn portemoneekesbuik trachtte te foefelen, klopte het plaatje. Mijn uurwerk consulterend deed ik of mijn neus bloedde en krieuwelde iedereen lief tussen de oren en gaf schatje na schatje een halfnatte nadouchezoen voor ik me naar de slaapkamer begaf om mij op deskundig advies van Dexter, gepast voor de gelegenheid, aan te kleden. Toch dien ik te bekennen dat mijn keel stokte van nieuwsgierige spanning tot ik er kramp van in mijn neusgaten kreeg. Niemand had iets in het snuitje dacht ik. Helaas wees men mij later op het feit dat mijn reactietijd fabricagefouten vertoonde (daar dient aan gewerkt dus).
Bij het ontbijt bracht ik graag en blij feestelijke offergaven op tafel die iedereen smakkend stemden en na de afwas werd ik vorstelijk onthaald in de huiskamer die in een wip en een tel met feestlint en tierlantijntjes opgesmukt bleek.
Poezencultuur
Tobiasje, duidelijk de gastheerpoes van dienst, nam het woord na drie kranige nageltikken op zijn drinkbakje. In een duidelijk zwaar vooraf geoefende speech, duidde hij me in naam van ons gezin op mijn plicht van zowel zorgzame halfvader als voltijdse moederfiguur in onze persoonlijke poezencultuur en leverde bewijs aan dat ik echt wel een veelbesproken verre afstammeling van Eva Miauw uit die welbekende tuin was. Verder orakelde hij over het belang van De Kattensite en mijn 60-delige bijdrage. Maar daar had ik wel deskundige hulp en poezelige vertegenwoordigers voor nodig gehad, schaterde ik.
Onderwijl toverde vriendlief een heel regiment pakjes te voorschijn om ons jubileum kracht bij te zetten. Dexter manifesteerde zich als een kranige gewichtheffer toen hij mijn pakje aansleepte (lees: openbeet) en ik liet Jasper mijn cadeau aan schattie geven.
“‘Niets zo leuk als pakjes openen,’ hoorde ik hem kirren terwijl hij olijk op en neer sprong als zo’n trekharlekijntje…”
Gouden lintje
Felixje strekte ondertussen schalks zijn linker-witte-wijsvingerteen naar een van de lintjes om zo zijn plaatsje in de feestweelde af te dwingen. ‘Niets zo leuk als pakjes openen,’ hoorde ik hem kirren terwijl hij olijk op en neer sprong als zo’n trekharlekijntje. Op en neer en zwiep en draai en jump… je kent dat wel. Al snel hadden we zo’n lol met dat ene gouden lintje dat ik haast vergat mijn presentje verder uit zijn camouflagepak te halen. Zowel wij tweebeners als onze vierpotige schatjes bleken allemaal erg blij met hun jubileumcadeau, zijnde nieuwe feestbakjes waarin voor elk ook een nieuwe speelmuis zat. (die verrassingen van de tweebeners hou ik lekker geheim voor jullie). Wel kan ik bekennen dat er na openen en aanschouwen, hevig gezoend werd.
Drugsmuis
Al snel lag iedereen met zijn nieuwe speelgoed te rollebollen. Jolijt alom wanneer ook Tobias en Dexter als het ware begonnen te kleuteren met het beruchte lintje en tegelijkertijd hun nieuwe drugsmuis niet wilden lossen. Intellectueel gezien waren we misschien wel een beetje primitief bezig en we hebben ons ook al aan geen enkele rigoureuze voedselwet gehouden, maar wat hebben wij ons heerlijk geamuseerd en tot schatertranens toe gelachen tot diep onder de morgen. Daarna hebben we ons samen in één zetel genesteld en onder andere naar Minous gekeken voor we met een vette grijns een zoveelste poging deden om te gaan slapen.
Toen iedereen al een tijdje uitgeteld lag, zinderde bij mij alles nog lang na… er trilde iets dat beter niet te letterlijk neer te schrijven valt in die regionen van spanning en deugd. Ik voelde mij een rijke poesbeminde-minnende vrouw en tegelijkertijd een gewillige dienares, maar wat wil je… Mijn mannen, ze zijn zo lief in het kwadraat…