Kattenaids / FIV

Feline immunodeficiëntievirus (FIV) tast het immuunsysteem aan. Tot deze groep behoren ook Feline leukemie (FeLV), HIV (dat bij mensen aids veroorzaakt) en andere virussen, die schapen, runderen en paarden besmetten. FIV, verwant aan HIV, lijkt alleen wilde katten en huiskatten te besmetten.

Oorzaken

Wetenschappers weten niet precies hoe FIV wordt overgedragen, maar er wordt aangenomen dat het gebeurt door het speeksel, dus als een kat door een geïnfecteerde kat wordt gebeten. Maar ook via dekking kan een kat besmet raken.

Er is een flinke hoeveelheid van het virus nodig om de infectie over te dragen.

Buiten het lichaam kan het virus niet lang overleven en het komt zelden voor dat de infectie zich verspreidt binnen groepen katten die nooit vechten.

Algemene symptomen

Ongeveer vijf weken na infectie voelen sommige katten zich enkele dagen lang niet goed en hebben ze wat verhoging. Vele krijgen over hun hele lichaam opgezette klieren die maandenlang dik kunnen blijven. In de meeste gevallen volgt dan een periode van maanden of jaren waarin er niets lijkt te gebeuren. Als zich verdere symptomen ontwikkelen zijn deze meestal het gevolg van andere terugkerende infecties of ziekten doordat FIV de normale beschermende immuunreactie van de kat heeft onderdrukt.

De combinatie van symptomen van elke met FIV besmette kat verschilt enigszins, maar kan de volgende omvatten:

• lusteloosheid
• gewichtsverlies
• conjunctivitis
• loopneus
• gingivitis-stomatitis
• diarree
• huidziekten
• bloedarmoede

Infectie met FIV wordt vastgesteld met behulp van een speciaal bloedonderzoek.