Devon Rex

Herkomst

In 1960 in Devon, Engeland, vond Beryl Cox in een verlaten mijn in een nest verwilderde katten een kater met een gekrulde vacht. Deze kater werd gekruist met een driekleurige poes, waaruit een kater met krulhaar werd geboren die Kirlee werd genoemd. Kirlee werd gekruist met een Cornish Rex, maar de kittens uit deze combinatie hadden rechte haren. Dit betekende dat de twee genen die voor beide mutaties verantwoordelijk waren – dat van de Devon en dat van de Cornish – zowel verschillend als recessief waren.

Om het muterende gen van de Devon Rex vast te leggen, werd sterk ingeteeld op Kirlee, wat helaas bij sommige lijnen een erfelijke, dodelijke ziekte `spasticiteit’ met zich meebracht. Maar het ras wordt heel goed gecontroleerd en zowel Engelse, Amerikaanse als Franse fokkers werken gezamenlijk aan een selectie van gezonde exemplaren met goed geplande stambomen.

De Devon Rex werd officieel erkend door de F.I.Fe in 1967. In de Verenigde Staten werd dit ras pas na 1979 gescheiden van de Cornish Rex. Het is erkend door de C.F.A. en de T.I.C.A., die in 1988 een rasstandaard uitgaf.

Algemene kenmerken

Middelgroot. Gelijkmatig gebouwd. Gewicht: 2,5 tot 4 kg. Zeer grote oren. Korte, gekrulde haren.

Karakter/bijzonderheden

Het is een levendige, speelse en acrobatische kat, iets minder actief dan de Cornish Rex. Hij bezit een blijmoedig karakter en hoewel hij onafhankelijk is, kan hij goed opschieten met zijn soortgenoten en met honden. Hij heeft er een hekel aan om alleen te zijn. Deze aanhankelijke, gevoelige kat is met zijn zachte, bescheiden stemgeluid een aangenaam kameraadje. Hij is goed ingesteld op het leven binnenshuis, omdat hij kouwelijk is. De jongen ontwikkelen zich snel. De vacht heeft zich pas rond de zes maanden volledig ontwikkeld. Wat zijn verzorging betreft is wekelijks borstelen voldoende. Hij verhaart praktisch niet. Wel regelmatig wassen, want hij transpireert en zijn oren produceren veel oorsmeer. Door zijn stamboom goed in de gaten te houden voorkomt men het risico van spasticiteit.

Uiterlijk

• Hoofd
  Tamelijk klein, wigvormig, kort en hoekig. Platte schedel en bol voorhoofd. Volle wangen en uitstekende jukbeenderen. Korte snuit. Korte neus met een duidelijke stop. Sterke kin. Duidelijk aanwezige pinch. Snorharen en wenkbrauwen zijn gekruld, nogal stug en van gemiddelde lengte.
• Oren
  Zeer groot, zeer breed aan de basis, kegelvormig met afgeronde uiteinden. Heel laag aangezet en bedekt met fijn haar. Warrig haar aan de binnenkant en plukjes haar op de punten (Lynxtips).
• Ogen
  Grote, ovale, flink uit elkaar staande ogen, iets schuin staand naar de buitenste rand van het oor. De kleur is glanzend, helder, zuiver en in harmonie met die van de vacht.
• Hals
  Van gemiddelde lengte, dun en licht gebogen.
• Lichaam
  Middelgroot en van gemiddelde lengte. Brede borst. Stevige, krachtige spieren.
• Poten
  Lang en dun. De achterpoten zijn duidelijk langer dan de voorpoten. Fijn tot gemiddeld beendergestel. Krachtige spieren. Kleine, ovale voeten.
• Staart
  Lang, fijn, taps toelopend en goed bedekt met kort haar.
• Vacht
  Kort, fijn, gerimpeld, gegolfd haar. Vacht met of zonder dekharen, niet zo gelijkmatig als bij de Cornish Rex, maar een beetje rommelig zoals de vacht van een poedel of een schaap. Sommige Devon Rex-katten hebben dons op de buik, niet te verwarren met kaalheid. Net als bij de Cornish Rex groeit het haar langzaam.
• Kleur
  Alle kleuren en tekeningen zijn toegestaan, met of zonder wit.