Beweging en evenwicht

Katten zijn geboren jagers en zijn sterk, snel en lenig. Het bijzonder goed gespierde lichaam zorgt voor kracht. Het skelet verschaft een uitzonderlijke soepelheid bij iedere beweging. Een unieke eigenschap van de kat zijn de intrekbare klauwen. Gewoonlijk zijn deze ingetrokken om te voorkomen dat ze afslijten. Ze kunnen heel snel worden uitgestoken en dan zijn het scherpe instrumenten om te klimmen, te jagen en te vechten.

Lopen als een ballerina

Katten lopen evenals honden op hun tenen. De voet- en enkel/pols beenderen zijn zo gebouwd dat alleen het deel dat bij de mens de bal van de voorvoet is, de grond raakt. Bovendien wordt de beweging sneller, doordat slechts een klein deel van de voet de grond raakt, waardoor de poot weer snel verder kan bewegen.

Gebalanceerd

Een ander voordeel voor de snelheid en lenigheid is het verkleinde sleutelbeen. Hierdoor kunnen de schouderbladen samen met de beide voorpoten bewegen. Door het verkleinde sleutelbeen en hun smalle borst kunnen katten hun voorpoten vlak naast elkaar neerzetten en daardoor zijn ze in staat over de rand van een smalle schutting te lopen.

Dat loopt gesmeerd

De gewrichten zijn essentieel voor de vloeiende en gemakkelijke beweging van de ledematen. De uiteinden van de beenderen in de poten zijn afgerond en bedekt met een laag kraakbeen, waardoor de oppervlakken van twee beenderen soepel over elkaar kunnen glijden. Het hele gewricht is omgeven door een beschermend kapsel dat een kleverige vloeistof afscheidt, die zorgt voor de smering van het gewricht.

Lenig als een slang

Katten zijn zeer lenig. Dit komt door hun soepele wervelkolom. Evenals bij de mens worden de wervels van elkaar gescheiden door vezelachtige schijfjes, die dienst doen als schokbrekers. Katten kunnen hun rug op een groot aantal verschillende manieren buigen en uitrekken. Ze kunnen opgerold slapen en zich dubbelvouwen. Ook kunnen ze de voorkant van hun lichaam een halve slag draaien ten opzichte van hun achterlijf.

Sluipen

Katten bewegen zich naar voren met behulp van hun sterke achterpoten terwijl de voorpoten een ondersteunende rol spelen. Gewoonlijk bewegen katten zich in een rustig tempo maar ze kunnen ook extreem langzaam en beheerst bewegen als dit nodig is om een prooi te besluipen.

Klein jachtluipaard

Als het op rennen aankomt bewegen katten zich in feite voort door middel van een serie halve sprongen. Ze gaan maar zelden zo snel dat voor- en achterpoten elkaar onder het lichaam kruisen, wat het kenmerk is van een echt snelle loper zoals het jachtluipaard. Evenals het jachtluipaard is een kat echter een sprinter op de korte afstand en kan een grote snelheid maar kort volhouden. Om te ontsnappen of een prooi te vangen geeft een kat de voorkeur aan springen boven rennen.