Dagelijkse verzorging

Hoewel katten zichzelf prima schoon kunnen houden, moet je ze soms wat helpen. Er zijn dingen die je kunt doen om te zorgen dat je kat gezond blijft. Bij alle hieronder beschreven verzorging geldt, dat de ene kat het sneller toelaat – of zelfs prettig vindt – dan de ander. Begin daarom zo vroeg mogelijk met de verzorging van je kat, zodat het dier eraan gewend raakt.

Het wassen van de vacht

Katten wassen zichzelf regelmatig. Daarbij vergeten zij geen enkel plekje op hun lichaam. De ruwbehaarde tong en de voorpoten zijn de belangrijkste instrumenten bij het wassen. Naast hygiëne stimuleert het likken ook de huidklieren die de vacht waterafstotend houden. Tegelijkertijd krijgt de kat kleine hoeveelheden vitamine D binnen, dat een onmisbaar voedingsbestanddeel is. Wanneer het warm is zullen katten zich vaker wassen omdat hun speeksel ervoor zorgt dat de vacht koel blijft.

De kat met kattenshampoo wassen is alleen aan te raden als de kat zichzelf door ziekte of ouderdom niet meer wast of wanneer de kat zeer vuil is. Een kat wassen met shampoo omdat het leuk is, is af te raden, omdat hiermee de natuurlijke balans van de vacht verstoord wordt en het vaak stress voor het dier betekent.

Overmatig wassen

Overdreven wasactiviteit, bijvoorbeeld als gevolg van een emotionele verstoring, leidt soms tot medische problemen. Zoals ontstekingen van de huid, haarverlies of een verstopping van de darm door een haarbal.

Het is heel gewoon dat katten haren binnenkrijgen en gewoonlijk raken ze die ook weer probleemloos kwijt. Maar in het bijzonder bij langharige katten kunnen de gevormde haarballen tot verstoppingen leiden. In zulke gevallen moet men direct de hulp van de dierenarts inroepen.

Kammen en borstelen

Door regelmatig je kat te kammen of te borstelen zorg je er voor dat de vacht glanzend blijft en zonder klitten. Een prettige bijkomstigheid is, dat je minder haren in huis zult aantreffen.

Voor kortharige katten kun je 1 x per week aanhouden. Langharige katten hebben meer vachtverzorging nodig dan kortharige katten. Bij het kammen of borstelen kun je direct controleren op de aanwezigheid van vlooien of andere parasieten. Borstel in één richting, van de kop af. Doe het rustig en voorzichtig en probeer de kat niet te dwingen.

Nagels knippen

Als je kat de ruimte heeft om te bewegen en er een krabpaal aanwezig is, zullen zijn nagels weinig onderhoud vergen. Worden de nagels toch te lang dan kun je ze knippen met een speciale nageltang. Deze is verkrijgbaar bij de dierenspeciaalzaak.

Het knippen van de nagels moet voorzichtig gebeuren. Het beste is je dierenarts te vragen je te laten zien hoe dat moet. De nagels komen tevoorschijn als je druk uitoefent op het kussentje bij de behorende nagel. De scherpe witte punt van de nagels bestaat uitsluitend uit dode cellen en kan probleemloos worden afgeknipt. Knip nooit in het roze gedeelte (een rode lijn in de nagel), maar gemiddeld slechts 2 mm. Het roze gedeelte bevat de bloedtoevoer en de zenuwen. Als je hierin knipt doet je het dier pijn en zal de nagel gaan bloeden.
Als je kat van nature zwarte nagels heeft, kun je het roze bloedvat niet zien. Laat in dat geval de nagels door de dierenarts knippen.

Oren

De oren mogen niet ruiken en moeten er schoon uitzien, zonder oorsmeervorming. De oorschelp kan met een vochtig watje of wattenstaafje worden gereinigd, maar alleen wanneer er overduidelijk teveel oorsmeer in het oor zit. Doe het zachtjes en voorzichtig want een kattenoor is uiterst gevoelig. Oormijt en andere zaken moet je overlaten aan de dierenarts.

Ogen

Het is niets bijzonders als je in de ooghoeken van je kat vuilkorreltjes ziet. Deze kunnen met een watje, gedoopt in afgekoeld gekookt water, worden verwijderd. Als er stof of kattenbakkorrels in het oog van de kat komen, komt het knipvlies tevoorschijn, ook wel het derde ooglid genoemd. Het deppen van het oog met verdund oogwater heeft hierop een verzachtende werking.

Gebit

De tanden moeten er schoon uitzien en de kat mag niet uit zijn mond stinken. Om te zorgen dat de tanden en het tandvlees gezond blijven, kun je je kat voedsel geven waarop hij moet kauwen, zoals bijvoorbeeld droogvoer. Dit vermindert de kans op tandsteen en plaque. Beginnende tandvleesproblemen zijn te herkennen aan een rood randje langs het tandvlees.

Als je kat voortdurend aan zijn kop krabt of weigert te eten, neem dan contact op met je dierenarts. Dit kan wijzen op een tandvleesontsteking, een pijnlijke kies of misschien iets anders.