
Wat vinden jullie ervan? Dit is natuurlijk specifiek op raskatten geschreven, en omdat het een Noorse Boskat vereniging is, specifiek op Noorse Boskatten. Helaas heb ik alleen dit blad, en dus niet de vorige zes delen die erover gaan. Ik ben wel heel benieuwd naar jullie mening hierover.Artikel schreef:Levensduur van raskatten werkelijk gemiddeld korter dan van de htk?
Wat zijn de oorzaken, dat katten in het algemeen niet meer zo oud worden?
Heet het te maken met de entingen? Voeding? Worden ze te steriel gehouden? Het drukkere verkeer? Virussen en andere ziektes/parasieten vanuit het buitenland? Het milieu? Minder natuurlijke selectie? Complicaties rond dracht en bevalling? Onkundige DA's? Ligt het aan lijnteelt/inteelt? Te grote kattenpopulaties? Welke factoren spelen nog meer een rol?
Vroeger werden katten gemiddeld 16 tot 20 jaar oud. Sommige katten werden zelfs 23 jaar of ouder! Ze aten met de pot mee, werden nooit geënt of ontwormd en liepen in en uit wanneer het hun schikte. Veel mensen hadden toen niet eens een kattenbak in huis! De kat deed haar behoefte gewoon buiten. Katten hadden altijd vlooien - dat was normaal! En de restante melk werd standaard op een schoteltje buiten gezet voor de kat - wat nou lactose intolerantie? Daar is tegenwoordig niet meer aan te denken. Hedendaagse katten worden verwend met duur premiumvoer, regelmatige entingen/ontwormingen en om de vier weken (al dan niet alleen in de zomerperiode) krijgen ze zenuwgif in de nek gedruppeld ter preventie van ongewenste gasten, te noemen: parasieten. Als ze maar een scheet dwars hebben zitten staat men al bij de dierenarts. De high-tec kattenspeeltjes kunnen niet duur genoeg zijn en de echte aristocat drinkt alleen uit speciale kattenfonteinten. Dagelijks tanden poetsen bij de kat is heel gewoon geworden. Je zou denken, dat de gemiddelde leeftijd door alle goede zorgen gestegen zou moeten zijn, maar niks is minder waar! Tegenwoordig mag je nog echt blij zijn als je kat 12 jaar oud wordt! De meeste overlijden al met een jaar of 10, als het niet nog vroeger is... Hoe is dit nou mogelijk? Dit thema is meer dan avondvullend en daarom hebben wij er maar een serie van gemaakt.
Deel 7 - Minder natuurlijke selectie
Ik moet gelijk denken aan een heuvel, met mooi groen gras en met een klein huisje in het rood bovenop de heuvel... Fjorden, rotsen, beekjes en heel veel bomen, Noorwegen.
Als ik bedenk hoe mooi onze Noortjes daar zouden kunnen leven. Maar aan de andere kant weet ik ook dat de meeste Noren daar vroeger gewoon als boerderijkatten werden beschouwd en er meestal erg weinig tot helemaal niet naar omgekeken werd, zou ik toch bang zijn mijn katten daar te laten, ook al is het daar nog zo mooi...
Je ziet het op de boerderijen nog steeds. Ik zal er een klein verhaaltje van maken om het wat duidelijker te maken. Een kat ligt hoogzwanger te hijgen in het stro. De bevalling verloopt meestal wel goed. Poezen erven bijna altijd van hun moeder hoe goed of slecht ze kunnen bevallen. En als hun moeder dat niet goed had gekund, was die er waarschijnlijk al niet meer. In ieder geval was deze poes dan niet zo gezond geboren om nu zelf te gaan bevallen.
Deze poes heeft zelfs het plekje voor haar bevalling gekozen, waar zij zelf geboren is en ook dat komt vaak voor. Ze heeft samen met haar zus Plien ervoor gezorgd dat er geen bloed en andere bewijsstukken van de bevalling in het nest overblijven, zodat de roofdieren niet kunnen ruiken dat er hier wat te halen zou kunnen vallen...
Er zijn nu dus vijf kittens geboren in de kippenschuur. Twee ervan zijn best klein vergeleken met de rest en ze moeten hard vechten om ook een tepel mee te krijgen. Ik geef hun alvast een naam voor het gemak. Mini1 heeft ook nog eens vruchtwater in zijn longetjes gekregen en daardoor moeite met ademhalen. Hij is gauw uitgeput en moeders heeft dat ook al in de gaten. Ze kijkt het een beetje fronsend aan.
Mini2 is heel fel en het duurt niet lang voor ze een tepel heeft. Moeders krijgt hulp van tante Plien. Die gaat al poetsend de wacht houden over de kleintjes, zodat moeders ook eventjes water kan drinken en plassen. Plien is net zo alert als moeders zelf en ze stopt iedere keer abrupt met poetsen als ze een verdacht geluid hoort! Het is ook wel een grappig gezicht, want haar tongetje blijft dan echt even op het kitten hangen en ze heeft er heel grote ogen bij. Tijdens het poetsen leert ze haar neefjes en nichtjes goed kennen via de geur. Ook zij heeft in de gaten dat Mini1 best erg moe is. Hij wordt niet meer door haar gewassen... Helemaal uitgeput komt hij naast zijn broertjes en zusjes te liggen en heeft ook geen zin meer om er tussenin te gaan liggen, ook al heeft hij het koud.
Mini2 ligt helemaal onder de berg broertjes en zusjes. Moeders komt weer terug en iedereen begint hard te piepen, behalve Mini1, want hij heeft wel gemerkt dat de melkbar er weer is, maar hij is gewoon te moe om samen met de anderen om een tepel te gaan vechten. Als iedereen al een tepel heeft, geeft moeders hem een likje en nog een keer... Er is nog een tepel over en ja hoor, Mini1 weet de kracht te vinden om toch eindelijk eens te gaan drinken, maar hij valt meteen weer in slaap. Moeders weet genoeg, en zo was dit de laatste keer dat ze hem wakker heeft gemaakt. De volgende dag wordt hij "opgeruimd". Hij heeft de nacht niet overleefd. Misschien omdat het te koud was en hij niet genoeg kracht had te drinken om zich warm te kunnen houden. Hij lag de hele nacht buiten het nest. Wie zou het weten - in de natuur kijkt niemand er raar van op.
Mij lopen de tranen over de wangen als ik dit zo moet bedenken, maar ik weet dat dit in de natuur de harde realiteit is. Bij ons was hij misschien niet eens overleden en anders in ieder geval pas een of twee dagen later, misschien zelfs een week!
Mini2 groeit net zo hard als de rest en tante Plien gaat af en toe een klein kippetje ophalen voor in de gaten. Daar loopt ook nog een heel grote hond en ook die wil Plien daar echt niet zien. Af en toe laat ze dat even heel duidelijk zien aan die kater. Maar voor de hond doet ze zo alsof ze er helemaal niet is...
De grootste uit het nest heet Maxus. Hij heeft met twee weken zijn beide ogen al goed open! En zijn dikke kop waggelt heen en weer om alles beter te kunnen zien. Mini2 heeft pas één oogje open, maar ze kan haar hoofdje al wel goed omhoog houden. Maxi is bijna net zo groot als Maxus, maar ze heeft alleen eten in de kop en haar oogjes zitten nog dicht. Midas wilde zijn oogjes wel open doen, maar die zitten dichtgeplakt. Hij drinkt ook iets minder dan de rest, maar hij komt nog steeds genoeg aan.
Een week later sjeest Mini2 al door het stro. Moeders en tante Plien vinden dat nog helemaal niet grappig en proberen al miauwend haar een beetje in toom te houden.
's Avonds vindt moeders het genoeg en ze knaagt alle snorharen weg bij Mini2. Zo heeft ze minder oriëntatie en blijft ze dichter in de buurt. Moeders en Plien kijken elkaar bezorgd aan... Als dat maar goed komt met die durfal...
Midas heeft een ontstoken oog. Met de andere kant hij genoeg zien en hij probeert heel klungelig zijn jeukend, ontstoken oogje los te krabben en poetsen. Dat ziet er heel schattig uit en moeders helpt hem een handje. Buiten schijnt de zon en het is lekker warm. Maxus ligt lekker lui in het stro, terwijl Maxi heerlijk speelt met een strohalm.
De tijd vliegt en ze zijn alweer vijf weken! Het is midden in de nacht en Mini2 wordt wakker van een geluid. Ze kan er niks aan doen - ze móet dat gewoon nader inspecteren... Geen vijf minuten later heeft ze haar allereerste prooi gevangen! Een muis! Moeder zag het gebeuren en ze barst van de trots. Die zal het redden!
Ze heeft gelijk, maar Midas krijgt toch steeds erger last van zijn oog. Hij wordt daar erg ziek van en daarom wil hij niet meer eten. Ook niet de kuikens en muizen die Plien hem brengt. Mini2 pakt alles af...
Ze zijn al acht weken en moeders vindt het niet meer zo belangrijk om de hele dag achter hen aan te zitten. Omdat ze een Noorse Boskat is, mogen haar kinderen af en toe nog bij haar drinken. Maar dat Midas overlijdt doordat de infectie zich door zijn hele lijfje had verspreid, heeft zij niet eens meer gemerkt. Diarree, buikpijn en zwakte waren teveel voor hem. Hij had zich onder een struik verstopt en daarna werd hij nooit meer gezien.
Tante Plien is een gewone HTK en die heeft allang geen interesse meer in de kids. Die loopt buiten krols te zijn en vindt die grote, langharige kater opeens helemaal niet meer zo lastig. In tegendeel...
De sterksten uit dit nest hebben het overleefd, en als ze niet door een ongeluk overlijden en sneller zijn dan de roofdieren, gaan ze in de voetstappen van hun ouders treden.
Ik had Mini2 wel graag voor de fok willen gebruiken. Maar veel fokkers hadden Mini1 ook gewoon voor de fok gebruikt als zij het wonder boven wonder dan toch gehaald had. Want die is zo speciaal...
Midas had gewoon antibiotica gekregen en was hij ook gewoon geschikt geweest voor de fok, ook al waren 30% van zijn nakomelingen gevoelig voor infecties.
Een goede fokker met hart probeert zo goed mogelijk voor zijn katten te zorgen. En de meeste fokkers zouden er niet aan moeten denken de zwakkere kittens maar gewoon dood te laten gaan, zonder hen een handje te helpen. Ik ook niet hoor! Hoe vaak groeien de kleinsten uit het nest in onze maatschappij zelfs nog uit tot de grootsten in het nest!
In de natuur had dit beestje het niet overleefd en in onze maatschappij zie ik vaak dat zulke katten zelfs nog voor de fok gebruikt worden... En wat dachten jullie van de hulpmiddelen die soms nodig zijn om de poes bij de bevalling te helpen. Een dochter van een poes die moeite heeft met bevallen, hoort niet thuis in de fok. Ook kittens die vaker met infecties kampen dan de broertjes en/of zusjes, worden constant met antibiotica geholpen om te overleven en dat is toch ook normaal. We hebben tegenwoordig de middelen en dan moeten we daar ook gebruik van kunnen maken.
Kittens die verstoten worden door de moeder, proberen we met alle mogelijke middelen te redden - er zijn zelfs ammen voor katten! Maar het neemt niet weg, dat we hierdoor wel de natuurlijke selectie missen en niet alleen de sterksten overleven... Ik denk dat dit een steentje bijdraagt aan dat onze katten tegenwoordig niet meer zo oud worden als vroeger.
Dit artikel is afkomstig uit Noorderlicht 54, jaargang 14 en is geschreven door Melanie Natrop.