dit is een erg overzichtelijk verhaal over wat er bij een operatie komt kijken en hier worden ook de verschillen tussen injectie-
narcose en gasnarcose uitgelegd en toegelicht.
De operatie patiënt - vooronderzoek
Een operatie begint natuurlijk altijd met een gedegen vooronderzoek om de gezondheidstoestand van uw dier goed te kunnen inschatten. Tijdens zo’n pre-operatief onderzoek kijken we naar verschillende zaken zoals de ademhaling, temperatuur, hartslag en “pols”, huid en vacht, lymfeklieren en de slijmvliezen.
De ademhaling mag niet te snel of oppervlakkig zijn en er mogen geen bijgeluiden, zoals bijvoorbeeld reutels, op de longen te horen zijn. Door het hart goed te ausculteren kunnen we het hartritme en de hartfrequentie controleren. Ook zijn we altijd zeer beducht op abnormale bijgeluiden ( bijvoorbeeld ten gevolge van een lekkende hartklep). De “pols” moet krachtig, symmetrisch en regelmatig geslagen zijn. Aan de hand van de kwaliteit van de vacht, huid en nagels krijgen we een globaal inzicht in de algemene gezondheidstoestand van uw dier. De elasticiteit van de huid is ook zeer belangrijk om te controleren of een dier al dan niet is uitgedroogd. Door bepaalde lymfeklieren te controleren kunnen we nagaan of er ergens in het lichaam een ontsteking, of in een minder gunstig geval een tumor, aanwezig is. Tenslotte mogen we de slijmvliezen ook niet vergeten. Door te kijken naar de kleur en vochtigheid krijgen we o.a. een beeld van de werking van het hart en de vochtbalans.
We adviseren ook altijd om een pre-operatief bloedonderzoek te doen om op deze manier de werking van de lever en nieren na te gaan.
De operatie
De voorbereiding van de patiënt is zeer belangrijk voor een goed verloop van de operatie en het herstel. U moet dan ook nauwkeurig de richtlijnen van de dierenarts volgen. Natuurlijk is deze voorbereiding onmogelijk als het een spoedgeval betreft!
Over het algemeen moet een dier (hond, kat) nuchter gehouden geworden voor een operatie. Dit houdt in dat een dier minstens 12 uur voor de operatie niet meer mag eten. De waterbak moet ongeveer 2 uur voor de operatie weggepakt worden. Bij operatieve ingrepen is het noodzakelijk dat het pijngevoel en (meestal) ook het bewustzijn wordt uitgeschakeld. Indien het langdurige of delicate
operaties betreft wordt er meestal gebruik gemaakt van de gasanesthesie maar welke methode ook gebruikt wordt, het is vooral de ervaring van de anesthesist met het gebruikte product dat van groot belang is. Soorten van algehele anesthesie:
• Injectie-anesthesie:
Narcose d.m.v. een vloeistof die in de spieren gespoten wordt. Deze methode is minder nauwkeurig: de diepte en de duur van de
narcose zijn niet goed te regelen. Bij langdurige
operaties is deze techniek minder aangewezen omdat de patiënt dan halverwege de operatie wakker kan worden en er dus extra narcosemiddel bijgespoten moet worden. Naast het feit dat dit voor ons lastig is, is het voor de patiënt vervelend en medisch-technisch onwenselijk om zo instabiel onder
narcose te zijn. Bij ons wordt deze methode vrijwel uitsluitend voor kleinere ingrepen gebruikt (bijvoorbeeld een castratie van een (gezonde!) reu of kater). Het
narcose product zal binnen een kwartier na toediening beginnen te werken. Wij vinden het altijd fijn als u bij uw huisdier blijft tot hij/zij slaapt. Een diertje is namelijk toch altijd wat rustiger in het bijzijn van de baas. Hierdoor zal uw huisdier sneller en rustiger gaan slapen.
• Gasanesthesie: Deze methode wordt voornamelijk bij grotere (langdurige) ingrepen gebruikt omdat er goede regulatie- en bewakingsmogelijkheden zijn. Ook dieren die een kleine operatie ondergaan maar die niet helemaal gezond zijn opereren wij met gasanesthesie om het risico op complicaties op deze manier zo laag mogelijk te houden. De werkwijze is te vergelijken met de manier waarop men in de humane geneeskunde patiënten onder
narcose brengt. Daarom is er bij ons een anesthesist aanwezig die zich uitsluitend bezig houdt met de
narcose van uw dier waardoor de rest van het operatieteam zich volledig kan concentreren op de chirurgie.
Indien we hebben besloten tot een operatie met gasanesthesie is de werkwijze als volgt:
Eerst wordt er een injectie gegeven die uw huisdier kalmeert en stabiliseert. Nadat deze injectie ongeveer 30 minuten heeft ingewerkt brengen wij uw dier (samen met u!) naar de operatiekamer. Hier aangekomen krijgt de patiënt een tweede injectie, rechtstreeks in de bloedbaan, met een kortwerkend
narcose product (enkele minuten). Deze korte
narcose geeft ons de gelegenheid om uw dier te intuberen en aan te koppelen aan het anesthesie apparaat. Via dit apparaat worden de narcosegassen en zuurstof toegediend. Uiteindelijk wordt de hartmonitor, de capnograaf en de saturatiemeter aangekoppeld en mag u de operatiekamer verlaten. Net als bij de injectie-anesthesie hebben wij graag dat u bij uw huisdier blijft totdat deze slaapt. Dit kost wel wat tijd maar voor het dier is het veel fijner en minder stressvol in de nabijheid van zijn/haar eigenaar.
Het enige nadeel van de gasanesthesie ten opzichte van de injectie-anesthesie is dat het geen eenvoudige techniek is en dat de kosten gemiddeld wat hoger uitvallen. Het grote voordeel is de adequate bewaking en de directe mogelijkheden tot ingrijpen bij problemen.
Na de operatie
Na de operatie wordt de patiënt naar de recovery gebracht. Hier kan het diertje op een rustig en warm plekje rustig wakker worden onder het toeziend oog van de dierenarts en assistent. We laten de patiënt pas naar huis gaan als hij/zij wakker genoeg is en er geen risicio’s meer bestaan voor “recovery problemen”. Het is thuis namelijk haast onmogelijk om een wakker wordend dier te begeleiden. De dieren kunnen bijvoorbeeld gaan braken, hun ontlasting laten lopen of in paniek raken. Ook zijn de meeste dieren net na de operatie hun oriëntatievermogen kwijt waardoor ze met een dronkemansgang door het huis zullen gaan lopen en op deze manier (onbewust) alles omver stoten.
Als uw dier goed uitgeslapen is en weer mee naar huis gaat is het belangrijk om hem een rustig en warm plekje te geven. Afhankelijk van de operatie mag uw dier, zo’n 8 uur na de operatie, kleine hoeveelheden water drinken. Als dit allemaal goed gaat, dan mag er 24 uur na de operatie voorzichtig weer (kleine hoeveelheden) gegeten worden. Natuurlijk wordt dit altijd gedaan na goed overleg met de dierenarts!
Aan de operatie wond mag niet gelikt worden. Indien het dier het toch doet, moet de wond beschermd worden door een passend verband of moet het dier een kraag om, zodat hij/zij niet meer aan de wond kan komen.
Na een operatie zijn de reflexen van een patiënt altijd verminderd, ook al lijkt het diertje vrij wakker.
Daarom moet een kat na operatie altijd minimaal 3 dagen binnen blijven. Het zou namelijk niet de eerste kat zijn die net na een verdoving onder een auto loopt of een verkeerde sprong maakt.
Twee weken na de operatie zien wij de patiënt altijd graag even terug zodat we de operatiewond kunnen controleren en (indien nodig) de hechtingen kunnen verwijderen.
(
http://www.parkstaddierenzorg.nl/content/view/10/12/ )