Siberische Kat

Siberische Kat
Ras:Siberische Kat
Herkomst:Siberië
Karakter:Rustig, tolerant, sociaal, vrij actief
Uiterlijk:Gespierd, stevig en lenig, pluimpjes op de oren
Vacht:Middellang tot lang, waterafstotend olieachtig dekhaar
Kleuren:Vele kleuren en patronen

Herkomst

De Siberische Kat heeft lang in Rusland in zijn oorspronkelijke omgeving geleefd. Hij stamt misschien af van kruisingen tussen gedomesticeerde katten die naar Siberië en Oekraïne meegebracht waren, met plaatselijke wilde katten. Zijn dichte, isolerende vacht heeft zich door het strenge klimaat des te meer ontwikkeld.

Mussa, een rood witte tabby poes, en de kater Tima, gekocht in Sint-Petersburg, kwamen in 1987 in Berlijn. Hans en Betti Schulz hebben in hun cattery, Newski, de eerste Siberische katten gefokt. In 1990, waren een vijftiental dieren in West-Europa geregistreerd. De Siberische kat komt in Frankrijk sinds 1991 voor. In 1997 werd ze door de F.I.Fe erkend. E. Terrell importeerde in 1990 in haar cattery ‘Starpoint’ in de Verenigde Staten de eerste vertegenwoordigers van het ras. De T.I.C.A. die het ras erkende, heeft in 1998 een rasstandaard opgesteld. Buiten Oost-Europa en de Verenigde Staten komt dit ras weinig voor.

Algemene kenmerken

Zeer groot, compact, massief, zwaar. Krachtige en opvallende spieren. Gewicht: 4,5 tot 9 kg. Meer gedrongen dan de Maine Coon; met een rondere kop dan die van de Noorse Boskat.

Karakter en bijzonderheden

Deze kat straalt een rustige kracht uit. Hij is levenslustig en kan erg actief zijn. Ondanks zijn sterke persoonlijkheid en zijn gehard karakter is de Siberische Kat toch sociaal met soortgenoten. Speels, graag in het gezelschap van kinderen. Aanhalig, erg gehecht aan zijn baas. Zachte stem. Rustiek, een goed klimmer, houdt van water, een goed springer.

Hij heeft ruimte nodig voor zijn psychisch evenwicht. Om een mooie vacht te verkrijgen moet het dier buiten kunnen leven. Zijn ontwikkeling is pas voltooid na vijf jaar. Zijn verzorging is makkelijk omdat de vacht niet klit. Normaal volstaat een wekelijkse borstelbeurt. Gedurende de rui die overvloedig is in de lente, zal men hem echter dagelijks moeten borstelen.

Uiterlijk

  • Hoofd
    Middelgroot, breed en driehoekig, met afgeronde lijnen. De bovenzijde van de kop is vlak. Het voorhoofd lichtjes gebogen. De wangen zijn niet opvallend of uitstekend. Afgeronde, matig lange snuit. De neus is breed tussen de ogen maar versmalt naar het uiteinde toe, hierbij een licht boog vertonend. Ronde kin. Lange, stevige snorharen.
  • Oren
    Matig breed, afgeronde toppen. De beharing is kort aan de buitenzijde, lang aan de binnenzijde van de oorschelp. Lynxtips zijn gewenst.
  • Ogen
    Groot, bijna rond, ver uit elkaar staand, lichtjes schuin geplaatst. Traditionele kleur bij de volwassen dieren: groen tot geel, blauw voor de colourpoints. Geen relatie tussen de kleur van de ogen en van de vacht.
  • Hals
    Vrij lang, afgerond, breed en zeer gespierd.
  • Lichaam
    Compact, middellang. Lange, lichtjes gebogen rug. Goed afgeronde borst. Stevige botten en spieren.
  • Poten
    De achterpoten zijn iets langer dan de voorpoten. Zwaar beendergestel, goed gespierd. Grote, ronde voeten met haarpluimpjes tussen de tenen.
  • Staart
    Middellang, breed aan de basis, flink en dicht behaard.
  • Vacht
    Halflang tot lang, dicht, vettig, waterafstotend. Biedt een goede bescherming tegen de strengste vrieskou. Stugge bovenvacht. Lange haren op de borst, iets korter op de schouders en een deel van de romp. Lange, weelderige kraag. Dichte ondervacht.
  • Kleur
    Alle klassieke kleuren en kleurencombinaties zijn toegestaan behalve chocolate en lilac. De colourpoint dieren worden Neva Masquarade genoemd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *