Korat

Korat
Ras:Korat
Herkomst:Cao Nguyen Khorat, Thailand
Karakter:Aanhankelijk, intelligent, actief, spraakzaam
Uiterlijk:Semi-oosters, slank en gestrekt, gespierd
Vacht:Kortharig, satijnachtig, geen ondervacht, dicht tegen de huid
Kleuren:Blauw

Herkomst

Dit natuurras uit Thailand komt reeds sinds de veertiende eeuw voor. De Korat draagt de naam van een provincie in Thailand waar hij als geluksbrenger beschouwd wordt. Zijn oorspronkelijke naam, Si-Sawat, betekent ‘kleur van de voorspoed’. In het Boek der kattengedichten van de dynastie van Ayutthaya (1350-1767) wordt vermeld dat zijn ogen schitteren zoals dauwdruppels op een lotusblad.

Aan het einde van de negentiende eeuw werden exemplaren van de Korat in Groot-Brittannië geïmporteerd en tentoongesteld, maar zonder succes omdat ze als blauwe Siamezen beschouwd werden. Een Amerikaanse fokster, Jean Johnson, vatte hun fok in 1959 op. De Korat werd in 1966 door de C.F.A. erkend en in 1969 door de T.I.C.A. Bij aankomst in Europa, in 1972, erkende de F.I.Fe de Korat. Ondanks het feit dat het ras in de Verenigde Staten goed bekend is, komt hij nog steeds weinig voor in Europa.

Algemene kenmerken

Middelgroot, vrij gedrongen lichaam, vrij gelijkmatig gebouwd. Gewicht: 2,5 tot 4,5 kg. Kortharig.

Karakter en bijzonderheden

Een levendige, actieve, zeer behendige en speelse kat. Houdt niet van drukte en lawaai. De Korat heeft een rustige omgeving nodig. Weinig sociaal met soortgenoten. Gereserveerd tegenover vreemden. Zacht, heel vriendelijk, uiterst gevoelig, erg gehecht aan zijn baas. De Korat eist veel liefde en aandacht op en heeft een melodieuze stem. Makkelijke vachtverzorging, wekelijks borstelen volstaat.

Uiterlijk

  • Hoofd
    In vooraanzicht: hartvormig. Afgeplat voorhoofd. Lichte stop tussen het voorhoofd en de neus. Stevige en goed ontwikkelde wangen. Geen spitse noch vierkante snuit. Lange neus, lichtjes bol aan het uiteinde. Stevige, goed ontwikkelde kin en sterke kaken.
  • Oren
    Groot, breed aan de basis met iets afgeronde punten. Alert en hoog op de kop ingeplant. Korte haren op de buitenzijde van de oorschelp.
  • Ogen
    Groot, rond, goed uit elkaar staand, lichtjes schuin geplaatst. Liefst diepgroen van kleur. Amberkleurige ogen zijn toegestaan, vooral bij jonge dieren. Het is zo dat de definitieve kleur niet bereikt wordt voor de leeftijd van twee jaar. De wenkbrauwen beschrijven twee grote bogen boven de ogen.
  • Hals
    Van gemiddelde grootte, lang.
  • Lichaam
    Middelgroot, semi-cobby, noch compact, noch slank. Licht gebogen ruglijn. Krachtig, gespierd, lenig.
  • Poten
    De achterpoten zijn iets langer dan de voorpoten. Matig tot stevig beenderstelsel. Ovale voeten.
  • Staart
    Middellang, breder aan de basis, dunner uitlopend naar een afgeronde punt.
  • Vacht
    Korte, fijne, glanzende, dichte beharing. Enkelvoudige vacht (zonder ondervacht) die de neiging heeft zich ter hoogte van de ruglijn op te richten wanneer de kat beweegt.
  • Kleur
    De kleur is effen zilverblauwgrijs (silver blue). De uiteinden van de haren zijn zilverkleurig wat een vriesglans oplevert. De neusspiegel is donkerblauwgrijs. De voetzolen donkerblauw tot rozig lavendelblauw.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *